Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 7. Opdracht
Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling
Artikel 457

Artikel 457 (Geheimhoudingsplicht hulpverlener patiëntgegevens)

Laatste versie

1. Onverminderd het in artikel 448 lid 4, tweede volzin, bepaalde draagt de hulpverlener zorg, dat aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de gegevens uit het dossier worden verstrekt dan met toestemming van de patiënt. Indien verstrekking plaatsvindt, geschiedt deze slechts voor zover daardoor de persoonlijke levenssfeer van een ander niet wordt geschaad. De verstrekking kan geschieden zonder inachtneming van de beperkingen, bedoeld in de voorgaande volzinnen, indien het bij of krachtens de wet bepaalde daartoe verplicht.

2. Onder anderen dan de patiënt zijn niet begrepen degenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst en degene die optreedt als vervanger van de hulpverlener, voor zover de verstrekking noodzakelijk is voor de door hen in dat kader te verrichten werkzaamheden.

3. Daaronder zijn evenmin begrepen degenen wier toestemming ter zake van de uitvoering van de behandelingsovereenkomst op grond van de artikelen 450 en 465 is vereist. Indien de hulpverlener door inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de gegevens uit het dossier te verstrekken niet geacht kan worden de zorg van een goed hulpverlener in acht te nemen, laat hij zulks achterwege.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onverminderd het in artikel 448 lid 4, tweede volzin, bepaalde draagt de hulpverlener zorg, dat aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de gegevens uit het dossier worden verstrekt dan met toestemming van de patiënt. Indien verstrekking plaatsvindt, geschiedt deze slechts voor zover daardoor de persoonlijke levenssfeer van een ander niet wordt geschaad. De verstrekking kan geschieden zonder inachtneming van de beperkingen, bedoeld in de voorgaande volzinnen, indien het bij of krachtens de wet bepaalde daartoe verplicht.

Dit lid bepaalt dat de hulpverlener, met inachtneming van wat in artikel 448 lid 4, tweede volzin staat, ervoor moet zorgen dat informatie over de patiënt, inzage in het dossier, of een afschrift van gegevens uit het dossier niet aan anderen dan de patiënt wordt verstrekt, tenzij de patiënt hiervoor toestemming heeft gegeven. Wanneer verstrekking plaatsvindt, mag dit alleen gebeuren voor zover de persoonlijke levenssfeer van een andere persoon daardoor niet wordt geschaad. Verstrekking zonder deze beperkingen is toegestaan als een wettelijke bepaling of regeling daartoe verplicht.

2. Onder anderen dan de patiënt zijn niet begrepen degenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst en degene die optreedt als vervanger van de hulpverlener, voor zover de verstrekking noodzakelijk is voor de door hen in dat kader te verrichten werkzaamheden.

Dit lid verduidelijkt dat de term 'anderen dan de patiënt' niet slaat op personen die rechtstreeks betrokken zijn bij het uitvoeren van de behandelingsovereenkomst. Ook degene die de hulpverlener vervangt, valt hier niet onder. Deze uitzondering geldt echter alleen als de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de werkzaamheden die deze personen in dat specifieke verband moeten uitvoeren.

3. Daaronder zijn evenmin begrepen degenen wier toestemming ter zake van de uitvoering van de behandelingsovereenkomst op grond van de artikelen 450 en 465 is vereist. Indien de hulpverlener door inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de gegevens uit het dossier te verstrekken niet geacht kan worden de zorg van een goed hulpverlener in acht te nemen, laat hij zulks achterwege.

Dit lid stelt verder dat ook de personen wier toestemming op basis van de artikelen 450 en 465 vereist is voor de uitvoering van de behandelingsovereenkomst, niet onder 'anderen dan de patiënt' vallen. Mocht de hulpverlener oordelen dat het verstrekken van inlichtingen over de patiënt, of het geven van inzage in of een afschrift van de gegevens uit het dossier, niet in lijn is met de zorg die van een goed hulpverlener verwacht mag worden, dan dient hij deze verstrekking niet te doen.