Artikel 440 (Ontbinding agentuurovereenkomst door kantonrechter)
1. Ieder der beide partijen is bevoegd de kantonrechter te verzoeken de agentuurovereenkomst te ontbinden op grond van:
a. omstandigheden die een dringende reden opleveren in de zin van artikel 439 lid 2; b. verandering in de omstandigheden welke van dien aard is, dat de billijkheid eist dat aan de overeenkomst dadelijk of na korte tijd een einde wordt gemaakt.
2. Spreekt de rechter de ontbinding uit op grond van een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid onder a en kan van deze omstandigheid de verweerder een verwijt worden gemaakt, dan is deze schadeplichtig.
3. Spreekt de rechter de ontbinding uit op grond van hetgeen is bepaald in het eerste lid onder b, dan kan hij aan een der partijen een vergoeding toekennen. Hij kan bepalen dat deze in termijnen wordt betaald.
4. De behandeling vangt niet later aan dan in de vierde week volgende op die waarin het verzoekschrift is ingediend.
5. Indien de rechter de ontbinding uitspreekt, bepaalt hij op welk tijdstip de agentuurovereenkomst eindigt.
Details
[Wijziging(en) zonder datum inwerkingtreding aanwezig. Zie het wijzigingenoverzicht]
Uitleg in duidelijke taal
1. Ieder der beide partijen is bevoegd de kantonrechter te verzoeken de agentuurovereenkomst te ontbinden op grond van:
Dit betekent letterlijk dat elk van de twee partijen (de principaal of de agent) het recht heeft om de kantonrechter te vragen de agentuurovereenkomst te beëindigen op basis van de hierna genoemde gronden.
a. omstandigheden die een dringende reden opleveren in de zin van artikel 439 lid 2;
Dit verwijst naar situaties die een dringende reden vormen zoals omschreven in artikel 439, tweede lid.
b. verandering in de omstandigheden welke van dien aard is, dat de billijkheid eist dat aan de overeenkomst dadelijk of na korte tijd een einde wordt gemaakt.
Dit betreft een wijziging in de omstandigheden die zo ingrijpend is, dat het rechtvaardig (billijkheid) is om de overeenkomst onmiddellijk of op korte termijn te beëindigen.
2. Spreekt de rechter de ontbinding uit op grond van een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid onder a en kan van deze omstandigheid de verweerder een verwijt worden gemaakt, dan is deze schadeplichtig.
Dit betekent letterlijk: Indien de rechter de overeenkomst ontbindt vanwege een omstandigheid zoals genoemd in lid 1 onder a (dringende reden), en de andere partij (de verweerder) hiervan een verwijt kan worden gemaakt, dan moet deze verweerder de ontstane schade vergoeden.
3. Spreekt de rechter de ontbinding uit op grond van hetgeen is bepaald in het eerste lid onder b, dan kan hij aan een der partijen een vergoeding toekennen. Hij kan bepalen dat deze in termijnen wordt betaald.
Dit betekent letterlijk: Indien de rechter de overeenkomst ontbindt op basis van de reden genoemd in lid 1 onder b (verandering in de omstandigheden), dan heeft de rechter de mogelijkheid om aan één van de partijen een financiële compensatie (vergoeding) toe te wijzen. De rechter kan ook beslissen dat deze vergoeding in delen (termijnen) betaald mag worden.
4. De behandeling vangt niet later aan dan in de vierde week volgende op die waarin het verzoekschrift is ingediend.
Dit betekent letterlijk dat de gerechtelijke behandeling van het verzoek tot ontbinding uiterlijk in de vierde week na de week waarin het verzoekschrift bij de rechtbank is ingediend, moet beginnen.
5. Indien de rechter de ontbinding uitspreekt, bepaalt hij op welk tijdstip de agentuurovereenkomst eindigt.
Dit betekent letterlijk: Wanneer de rechter besluit tot ontbinding van de agentuurovereenkomst, stelt de rechter ook vast op welk specifiek moment de overeenkomst zal ophouden te bestaan.