Artikel 437 (Opzeggingstermijn agentuurovereenkomst)
1. Indien de agentuurovereenkomst is aangegaan voor een onbepaalde tijd of voor een bepaalde tijd met recht van tussentijdse opzegging, is ieder der partijen bevoegd haar te doen eindigen met inachtneming van de overeengekomen opzeggingstermijn. Bij gebreke van een overeenkomst dienaangaande zal de opzeggingstermijn vier maanden bedragen, vermeerderd met een maand na drie jaren looptijd van de overeenkomst en met twee maanden na zes jaren.
2. De termijn van opzegging kan niet korter zijn dan een maand in het eerste jaar van de overeenkomst, twee maanden in het tweede jaar en drie maanden in de volgende jaren. Indien partijen langere termijnen overeenkomen, mogen deze voor de principaal niet korter zijn dan voor de handelsagent.
3. Opzegging behoort plaats te vinden tegen het einde van een kalendermaand.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de agentuurovereenkomst is aangegaan voor een onbepaalde tijd of voor een bepaalde tijd met recht van tussentijdse opzegging, is ieder der partijen bevoegd haar te doen eindigen met inachtneming van de overeengekomen opzeggingstermijn. Bij gebreke van een overeenkomst dienaangaande zal de opzeggingstermijn vier maanden bedragen, vermeerderd met een maand na drie jaren looptijd van de overeenkomst en met twee maanden na zes jaren.
Dit betekent dat wanneer een agentuurovereenkomst is afgesloten voor onbepaalde tijd, of voor een bepaalde tijd met de mogelijkheid tot tussentijdse opzegging, elke partij (de principaal of de handelsagent) de overeenkomst mag beëindigen. Hierbij moet de opzeggingstermijn die partijen zijn overeengekomen, in acht worden genomen. Als er geen specifieke afspraak over de opzeggingstermijn is gemaakt (bij gebreke van een overeenkomst dienaangaande), bedraagt de opzeggingstermijn vier maanden. Deze termijn wordt verlengd met één maand nadat de overeenkomst drie jaar heeft geduurd, en met twee maanden nadat de overeenkomst zes jaar heeft geduurd.
2. De termijn van opzegging kan niet korter zijn dan een maand in het eerste jaar van de overeenkomst, twee maanden in het tweede jaar en drie maanden in de volgende jaren. Indien partijen langere termijnen overeenkomen, mogen deze voor de principaal niet korter zijn dan voor de handelsagent.
Dit lid stelt dat de opzeggingstermijn minimaal één maand moet zijn gedurende het eerste jaar van de overeenkomst, minimaal twee maanden in het tweede jaar, en minimaal drie maanden in de daaropvolgende jaren. Als partijen (de principaal en de handelsagent) langere opzeggingstermijnen afspreken, dan mag de opzeggingstermijn voor de principaal niet korter zijn dan de opzeggingstermijn voor de handelsagent.
3. Opzegging behoort plaats te vinden tegen het einde van een kalendermaand.
Dit betekent dat een opzegging van de agentuurovereenkomst altijd dient plaats te vinden tegen het einde van een kalendermaand.