Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 7. Opdracht
Afdeling 4. Agentuurovereenkomst
Artikel 432

Artikel 432 (Provisie handelsagent orderaanvaarding en uitvoering)

Laatste versie

1. Indien de rol van de handelsagent zich heeft beperkt tot het verlenen van bemiddeling bij de totstandkoming van de overeenkomst, wordt de order die hij aan zijn principaal heeft doen toekomen, voor wat betreft het recht op provisie krachtens artikel 426 geacht te zijn aanvaard, tenzij de principaal de handelsagent binnen de redelijke termijn, bedoeld in artikel 430 lid 4, mededeelt dat hij de order weigert of een voorbehoud maakt. Bij gebreke van een in de agentuurovereenkomst bepaalde termijn bedraagt de termijn een maand vanaf het tijdstip waarop hem de order is medegedeeld.

2. Het beding dat het recht op provisie doet afhangen van de uitvoering van de overeenkomst, dient uitdrukkelijk te worden gemaakt.

3. Indien het beding, bedoeld in het tweede lid, is gemaakt, ontstaat het recht op provisie uiterlijk wanneer de derde zijn deel van de overeenkomst heeft uitgevoerd, of dit had moeten doen, indien de principaal zijn deel van de transactie had uitgevoerd.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien de rol van de handelsagent zich heeft beperkt tot het verlenen van bemiddeling bij de totstandkoming van de overeenkomst, wordt de order die hij aan zijn principaal heeft doen toekomen, voor wat betreft het recht op provisie krachtens artikel 426 geacht te zijn aanvaard, tenzij de principaal de handelsagent binnen de redelijke termijn, bedoeld in artikel 430 lid 4, mededeelt dat hij de order weigert of een voorbehoud maakt. Bij gebreke van een in de agentuurovereenkomst bepaalde termijn bedraagt de termijn een maand vanaf het tijdstip waarop hem de order is medegedeeld.

Dit lid stelt dat wanneer de handelsagent enkel heeft bemiddeld bij het tot stand komen van de overeenkomst, de order die hij aan zijn principaal heeft overgebracht, met betrekking tot het recht op provisie volgens artikel 426, als aanvaard wordt beschouwd. Een uitzondering hierop is als de principaal de handelsagent binnen de redelijke termijn, zoals omschreven in artikel 430 lid 4, informeert dat hij de order weigert of een voorbehoud maakt. Indien in de agentuurovereenkomst geen specifieke termijn is vastgelegd, geldt een termijn van één maand, gerekend vanaf het moment dat de order aan de principaal is meegedeeld.

2. Het beding dat het recht op provisie doet afhangen van de uitvoering van de overeenkomst, dient uitdrukkelijk te worden gemaakt.

Dit lid bepaalt dat een voorwaarde (beding) die het recht op provisie koppelt aan de daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomst, expliciet (uitdrukkelijk) moet worden vastgelegd.

3. Indien het beding, bedoeld in het tweede lid, is gemaakt, ontstaat het recht op provisie uiterlijk wanneer de derde zijn deel van de overeenkomst heeft uitgevoerd, of dit had moeten doen, indien de principaal zijn deel van de transactie had uitgevoerd.

Dit lid specificeert dat als de voorwaarde (het beding) genoemd in het tweede lid is overeengekomen, het recht op provisie ten laatste ontstaat op het moment dat de derde partij zijn verplichtingen uit de overeenkomst is nagekomen. Dit recht ontstaat eveneens als de derde zijn verplichtingen had moeten nakomen, op voorwaarde dat de principaal zijn eigen deel van de transactie had uitgevoerd.