Burgerlijk Wetboek Boek 7

1. De koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan wordt, indien de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, schriftelijk aangegaan.

Dit lid bepaalt dat de koopovereenkomst van een onroerende zaak die bedoeld is voor bewoning, of een deel daarvan, schriftelijk moet worden vastgelegd. Dit geldt specifiek wanneer de koper een natuurlijk persoon is (een mens van vlees en bloed) die niet handelt vanuit zijn of haar beroep of bedrijf (dus als consument).

2. De tussen partijen opgemaakte akte of een afschrift daarvan moet aan de koper ter hand worden gesteld, desverlangd tegen afgifte aan de verkoper van een gedateerd ontvangstbewijs. Gedurende drie dagen na deze terhandstelling heeft de koper het recht de koop te ontbinden. Komt, nadat de koper van dit recht gebruik gemaakt heeft, binnen zes maanden tussen dezelfde partijen met betrekking tot dezelfde zaak of hetzelfde bestanddeel daarvan opnieuw een koop tot stand, dan ontstaat het recht niet opnieuw.

Dit lid stelt dat de akte die door de partijen is opgemaakt, of een kopie (afschrift) daarvan, aan de koper moet worden overhandigd (ter hand worden gesteld). Indien de verkoper dit wenst (desverlangd), gebeurt dit tegen afgifte van een gedateerd ontvangstbewijs door de koper aan de verkoper. Vanaf het moment van deze overhandiging heeft de koper drie dagen de tijd om de koopovereenkomst te ontbinden (het recht de koop te ontbinden). Mocht de koper van dit recht gebruikmaken en er komt vervolgens binnen zes maanden opnieuw een koopovereenkomst tot stand tussen dezelfde partijen over dezelfde onroerende zaak of hetzelfde bestanddeel daarvan, dan heeft de koper niet nogmaals het recht om de koop te ontbinden.

3. De leden 1–2 zijn van overeenkomstige toepassing op de koop van deelnemings- of lidmaatschapsrechten die recht geven op het gebruik van een tot bewoning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan.

Dit lid geeft aan dat de bepalingen van lid 1 en lid 2 (dus het schriftelijkheidsvereiste en de bedenktijd) op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) gelden voor de koop van deelnemingsrechten of lidmaatschapsrechten. Het gaat hierbij om rechten die de koper het recht geven om een onroerende zaak die voor bewoning bestemd is, of een deel daarvan, te gebruiken.

4. Van het in de leden 1–3 bepaalde kan niet ten nadele van de koper worden afgeweken, behoudens bij een standaardregeling als bedoeld in artikel 214 van Boek 6.

Dit lid stelt dat van de regels die in de leden 1 tot en met 3 zijn vastgelegd, niet mag worden afgeweken op een manier die nadelig is voor de koper. Een uitzondering hierop (behoudens) is mogelijk als er sprake is van een standaardregeling zoals omschreven in artikel 214 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

5. De leden 1–4 zijn niet van toepassing op huurkoop en koop op een openbare veiling ten overstaan van een notaris. Zij zijn evenmin van toepassing, wanneer de overeenkomst tevens voldoet aan de omschrijving van een overeenkomst als bedoeld in artikel 50a, onderdelen c of f.

Dit lid geeft aan dat de bepalingen van de leden 1 tot en met 4 niet gelden (niet van toepassing zijn) voor huurkoop. Ook zijn ze niet van toepassing op een koop die plaatsvindt op een openbare veiling in aanwezigheid van (ten overstaan van) een notaris. Verder zijn deze leden niet van toepassing als de overeenkomst ook voldoet aan de beschrijving van een overeenkomst zoals genoemd in artikel 50a, specifiek onderdelen c of f.