Artikel 186 (Definitie gift en toepassing schenkingsregels)
1. De bepalingen van deze titel zijn van overeenkomstige toepassing op andere giften dan schenkingen, voor zover de strekking van de betrokken bepalingen in verband met de aard van de handeling zich daartegen niet verzet.
2. Als gift wordt aangemerkt iedere handeling die er toe strekt dat degeen die de handeling verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt. Zolang degene tot wiens verrijking de handeling strekt, de prestatie niet heeft ontvangen, noch daarop aanspraak kan maken, worden handelingen als bedoeld in de eerste volzin niet beschouwd als gift.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bepalingen van deze titel zijn van overeenkomstige toepassing op andere giften dan schenkingen, voor zover de strekking van de betrokken bepalingen in verband met de aard van de handeling zich daartegen niet verzet.
Dit betekent letterlijk dat de regels (bepalingen) die in deze titel (Titel 3. Schenking) staan, ook gelden (van overeenkomstige toepassing zijn) voor andere vormen van bevoordeling (andere giften) die geen schenking zijn. Dit geldt echter alleen als de bedoeling (strekking) van de betreffende regels (betrokken bepalingen), in samenhang met (in verband met) de specifieke aard van de handeling, zich daartegen niet verzet.
2. Als gift wordt aangemerkt iedere handeling die er toe strekt dat degeen die de handeling verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt. Zolang degene tot wiens verrijking de handeling strekt, de prestatie niet heeft ontvangen, noch daarop aanspraak kan maken, worden handelingen als bedoeld in de eerste volzin niet beschouwd als gift.
Dit betekent letterlijk dat als een gift wordt beschouwd (aangemerkt) iedere handeling die erop gericht is (er toe strekt) dat degene die de handeling verricht, een ander ten koste van zijn of haar eigen vermogen rijker maakt (verrijkt). Zolang degene tot wiens verrijking de handeling strekt (de beoogde ontvanger), de prestatie (het voordeel of de zaak) nog niet heeft ontvangen, en daarop ook nog geen juridische aanspraak kan maken, worden handelingen zoals beschreven in de eerste zin (eerste volzin) niet als een gift beschouwd.