Burgerlijk Wetboek Boek 7

1. Bij een consumentenkoop waarbij de zaak bij de koper wordt bezorgd, is de zaak voor het risico van de koper vanaf het moment dat de koper of een door hem aangewezen derde, die niet de vervoerder is, de zaak heeft ontvangen.

Dit lid bepaalt dat wanneer er sprake is van een consumentenkoop en de gekochte zaak bij de koper wordt bezorgd, het risico voor die zaak overgaat op de koper. Dit gebeurt op het precieze moment dat de koper, of een andere persoon die door de koper is aangewezen (maar niet de vervoerder zelf), de zaak fysiek heeft ontvangen.

2. In geval de koper een vervoerder aanwijst en de keuze voor deze vervoerder niet door de verkoper wordt aangeboden, gaat het risico over op de koper op het moment van ontvangst van de zaak door de vervoerder.

Dit lid stelt dat indien de koper zelf een specifieke vervoerder aanwijst om de zaak te transporteren, en deze keuze voor die vervoerder niet door de verkoper als optie is aangeboden, het risico voor de zaak overgaat op de koper. Dit moment van risico-overgang is wanneer de door de koper aangewezen vervoerder de zaak in ontvangst neemt.

3. Indien de consumentenkoop tot stand is gekomen via een andere persoon, handelend in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, die daarbij optreedt namens of voor rekening van de verkoper, kan de consument zich ook jegens die andere persoon beroepen op het in de leden 1–2 bepaalde.

Dit lid specificeert dat als de consumentenkoop is gesloten met tussenkomst van een andere persoon die handelt vanuit zijn professionele activiteit (zoals handel, bedrijf, ambacht of beroep) en deze persoon optreedt namens de verkoper of voor rekening van de verkoper, de consument de regels uit lid 1 en lid 2 (betreffende de risico-overgang) ook kan inroepen tegenover deze tussenpersoon.