Artikel 279 (Toepassing wederkerige bepalingen meerpartijenovereenkomsten)
1. Op overeenkomsten waaruit tussen meer dan twee partijen verbintenissen voortvloeien, vinden de bepalingen betreffende wederkerige overeenkomsten met inachtneming van de volgende leden overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de overeenkomst zich daartegen niet verzet.
2. De partij die een verbintenis op zich heeft genomen ter verkrijging van een daartegenover van een of meer der andere partijen bedongen prestatie, kan haar recht op ontbinding gronden op een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis jegens haarzelf.
3. Schiet een partij met samenhangende rechten en verplichtingen zelf tekort in de nakoming van haar verbintenis, dan kunnen in ieder geval de overige partijen gezamenlijk de overeenkomst ontbinden.
Uitleg in duidelijke taal
1. Op overeenkomsten waaruit tussen meer dan twee partijen verbintenissen voortvloeien, vinden de bepalingen betreffende wederkerige overeenkomsten met inachtneming van de volgende leden overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de overeenkomst zich daartegen niet verzet.
Dit betekent letterlijk dat voor overeenkomsten waarbij meer dan twee partijen betrokken zijn en waaruit voor deze partijen verbintenissen ontstaan, de regels die gelden voor wederkerige overeenkomsten (overeenkomsten waarbij partijen over en weer verplichtingen jegens elkaar hebben) op een vergelijkbare manier van toepassing zijn. Dit geldt echter alleen als de specifieke aard van de meerpartijenovereenkomst zich hier niet tegen verzet en met inachtneming van wat in de volgende leden van dit artikel is bepaald.
2. De partij die een verbintenis op zich heeft genomen ter verkrijging van een daartegenover van een of meer der andere partijen bedongen prestatie, kan haar recht op ontbinding gronden op een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis jegens haarzelf.
Dit betekent letterlijk: Een partij die een verplichting (verbintenis) is aangegaan om in ruil daarvoor een prestatie te ontvangen die is afgesproken (bedongen) met één of meer van de andere partijen, kan haar recht om de overeenkomst te beëindigen (ontbinding) baseren op het feit dat een andere partij de verplichting die jegens haarzelf (de eerstgenoemde partij) bestaat, niet correct nakomt (tekortkoming in de nakoming).
3. Schiet een partij met samenhangende rechten en verplichtingen zelf tekort in de nakoming van haar verbintenis, dan kunnen in ieder geval de overige partijen gezamenlijk de overeenkomst ontbinden.
Dit betekent letterlijk: Als een partij, die rechten en verplichtingen heeft die met elkaar verbonden zijn (samenhangende rechten en verplichtingen), zelf haar eigen verplichting (verbintenis) niet nakomt (tekortschiet), dan hebben de andere betrokken partijen in ieder geval het recht om gezamenlijk de overeenkomst te beëindigen (ontbinden).