Artikel 230y (Uitvoering en gevolgen ontbinding financiële diensten)
1. Met de uitvoering van een overeenkomst op afstand of een overeenkomst buiten de verkoopruimte wordt pas na toestemming van de consument een begin gemaakt.
2. Indien de consument gebruik maakt van zijn in artikel 230x lid 1 of lid 2 bedoelde recht, kan de financiële onderneming uitsluitend een vergoeding vragen voor het financieel product dat ter uitvoering van de overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte is geleverd. Deze vergoeding is:
a. niet hoger dan een bedrag dat evenredig is aan de verhouding tussen het reeds geleverde product en de volledige uitvoering van de overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte; en b. in geen geval zo hoog dat deze als een boete kan worden opgevat.
3. De financiële onderneming kan slechts betaling van de in lid 2 bedoelde vergoeding verlangen indien zij:
a. kan aantonen dat de consument overeenkomstig artikel 4:20 lid 1 van de Wet op het financieel toezicht, is geïnformeerd over de in lid 2 bedoelde vergoeding; en b. op uitdrukkelijk verzoek van de consument met de uitvoering van de overeenkomst is begonnen voor het verstrijken van de in artikel 230x lid 1 of lid 2 genoemde termijn.
4. Indien de consument gebruikt maakt van het in artikel 230x lid 1 of lid 2 bedoelde recht, betaalt de financiële onderneming de consument zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig kalenderdagen nadat zij de kennisgeving van de ontbinding heeft ontvangen, al hetgeen zij op grond van de overeenkomst van de consument ontvangen heeft terug, verminderd met het in lid 2 bedoelde bedrag.
5. Indien de consument gebruik maakt van het in artikel 230x lid 1 of lid 2 bedoelde recht geeft hij de financiële onderneming zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig kalenderdagen nadat hij de kennisgeving van de ontbinding heeft verzonden, alle geldbedragen en goederen terug die hij van de financiële onderneming op grond van de overeenkomst heeft ontvangen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Met de uitvoering van een overeenkomst op afstand of een overeenkomst buiten de verkoopruimte wordt pas na toestemming van de consument een begin gemaakt.
Dit lid stelt dat er pas een begin mag worden gemaakt met de uitvoering van een overeenkomst op afstand of een overeenkomst buiten de verkoopruimte nadat de consument daarvoor zijn toestemming heeft verleend.
2. Indien de consument gebruik maakt van zijn in artikel 230x lid 1 of lid 2 bedoelde recht, kan de financiële onderneming uitsluitend een vergoeding vragen voor het financieel product dat ter uitvoering van de overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte is geleverd. Deze vergoeding is:
Dit lid bepaalt dat als de consument zijn recht gebruikt zoals omschreven in artikel 230x lid 1 of lid 2 (het recht van ontbinding), de financiële onderneming alleen een vergoeding mag vragen. Deze vergoeding is voor het financieel product dat al geleverd is ter uitvoering van de overeenkomst op afstand of de overeenkomst buiten de verkoopruimte. Deze vergoeding moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. niet hoger dan een bedrag dat evenredig is aan de verhouding tussen het reeds geleverde product en de volledige uitvoering van de overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte; en
De vergoeding mag niet hoger zijn dan een bedrag dat in redelijke verhouding (evenredig) staat tot het deel van het product dat al geleverd is, afgezet tegen de volledige uitvoering van de overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte; en
b. in geen geval zo hoog dat deze als een boete kan worden opgevat.
De vergoeding mag in geen enkel geval zo hoog zijn dat het beschouwd kan worden als een boete.
3. De financiële onderneming kan slechts betaling van de in lid 2 bedoelde vergoeding verlangen indien zij:
Dit lid stelt dat de financiële onderneming alleen betaling mag eisen van de vergoeding die in lid 2 genoemd wordt, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a. kan aantonen dat de consument overeenkomstig artikel 4:20 lid 1 van de Wet op het financieel toezicht, is geïnformeerd over de in lid 2 bedoelde vergoeding; en
De financiële onderneming moet kunnen bewijzen (aantonen) dat de consument, conform artikel 4:20 lid 1 van de Wet op het financieel toezicht, geïnformeerd is over de vergoeding zoals bedoeld in lid 2; en
b. op uitdrukkelijk verzoek van de consument met de uitvoering van de overeenkomst is begonnen voor het verstrijken van de in artikel 230x lid 1 of lid 2 genoemde termijn.
De financiële onderneming moet op expliciet (uitdrukkelijk) verzoek van de consument zijn begonnen met de uitvoering van de overeenkomst voordat de termijn genoemd in artikel 230x lid 1 of lid 2 is afgelopen (verstreken).
4. Indien de consument gebruikt maakt van het in artikel 230x lid 1 of lid 2 bedoelde recht, betaalt de financiële onderneming de consument zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig kalenderdagen nadat zij de kennisgeving van de ontbinding heeft ontvangen, al hetgeen zij op grond van de overeenkomst van de consument ontvangen heeft terug, verminderd met het in lid 2 bedoelde bedrag.
Dit lid bepaalt dat als de consument zijn recht zoals bedoeld in artikel 230x lid 1 of lid 2 uitoefent, de financiële onderneming de consument zo snel mogelijk moet terugbetalen. Dit moet uiterlijk binnen dertig kalenderdagen gebeuren nadat de financiële onderneming de mededeling (kennisgeving) van de ontbinding heeft ontvangen. Het terug te betalen bedrag is al hetgeen de onderneming van de consument heeft ontvangen op basis van de overeenkomst, verminderd met de eventuele vergoeding zoals genoemd in lid 2.
5. Indien de consument gebruik maakt van het in artikel 230x lid 1 of lid 2 bedoelde recht geeft hij de financiële onderneming zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertig kalenderdagen nadat hij de kennisgeving van de ontbinding heeft verzonden, alle geldbedragen en goederen terug die hij van de financiële onderneming op grond van de overeenkomst heeft ontvangen.
Dit lid stelt dat als de consument zijn recht zoals bedoeld in artikel 230x lid 1 of lid 2 uitoefent, hij of zij de financiële onderneming zo snel mogelijk alle geldbedragen en goederen moet teruggeven. Dit moet uiterlijk binnen dertig kalenderdagen gebeuren nadat de consument de mededeling (kennisgeving) van de ontbinding heeft verzonden. Het betreft alle geldbedragen en goederen die de consument van de financiële onderneming heeft ontvangen op basis van de overeenkomst.