Artikel 230w (Reikwijdte financiële overeenkomsten consumentenbescherming richtlijn)
1. Deze paragraaf is slechts van toepassing op overeenkomsten inzake:
a. een financieel product; b. een financiële dienst; of c. fondsvorming ter voldoening van de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon die wordt aangegaan tussen een natura-uitvaartverzekeraar en een consument, die voor de natura-uitvaartverzekeraar geen beleggingsrisico met zich brengt.
2. Artikel 230i leden 2 tot en met 4, alsmede de artikelen 230j en 230k zijn niet van toepassing op de overeenkomsten bedoeld in het eerste lid.
3. Een beding in een overeenkomst op afstand dat de consument belast met het bewijs ter zake van de naleving van de verplichtingen die krachtens richtlijn nr. 2002/65/EG op de dienstverlener rusten, is vernietigbaar.
4. De toepasselijkheid op de overeenkomst van een recht dat de door de richtlijn nr. 2002/65/EG voorziene bescherming niet of slechts ten dele biedt, kan er niet toe leiden dat de consument dan wel de wederpartij de bescherming verliest die hem krachtens richtlijn nr. 2002/65/EG wordt geboden door de dwingende bepalingen van het recht van de lidstaat van de Europese Unie of de andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft.
Uitleg in duidelijke taal
1. Deze paragraaf is slechts van toepassing op overeenkomsten inzake:
Dit betekent dat deze paragraaf uitsluitend geldt voor overeenkomsten die betrekking hebben op:
a. een financieel product;
Dit betreft een overeenkomst inzake een financieel product.
b. een financiële dienst; of
Dit betreft een overeenkomst inzake een financiële dienst; of
c. fondsvorming ter voldoening van de verzorging van de uitvaart van een natuurlijke persoon die wordt aangegaan tussen een natura-uitvaartverzekeraar en een consument, die voor de natura-uitvaartverzekeraar geen beleggingsrisico met zich brengt.
Dit betreft een overeenkomst inzake de opbouw van een fonds (fondsvorming) bestemd voor (ter voldoening van) het regelen van (de verzorging van) de uitvaart van een natuurlijk persoon. Deze overeenkomst wordt gesloten tussen een verzekeraar die de uitvaart in natura verzorgt (natura-uitvaartverzekeraar) en een consument, waarbij deze overeenkomst voor de natura-uitvaartverzekeraar geen beleggingsrisico inhoudt.
2. Artikel 230i leden 2 tot en met 4, alsmede de artikelen 230j en 230k zijn niet van toepassing op de overeenkomsten bedoeld in het eerste lid.
Dit betekent dat artikel 230i, leden 2, 3 en 4, en ook de artikelen 230j en 230k, niet gelden voor de overeenkomsten die in het eerste lid van dit artikel worden genoemd.
3. Een beding in een overeenkomst op afstand dat de consument belast met het bewijs ter zake van de naleving van de verplichtingen die krachtens richtlijn nr. 2002/65/EG op de dienstverlener rusten, is vernietigbaar.
Dit betekent dat een bepaling (beding) in een overeenkomst die op afstand is gesloten, welke de consument de last oplegt (belast met) het bewijs te leveren (ter zake van) dat de dienstverlener zijn verplichtingen volgens (krachtens) richtlijn nr. 2002/65/EG is nagekomen, door de consument vernietigd kan worden (is vernietigbaar).
4. De toepasselijkheid op de overeenkomst van een recht dat de door de richtlijn nr. 2002/65/EG voorziene bescherming niet of slechts ten dele biedt, kan er niet toe leiden dat de consument dan wel de wederpartij de bescherming verliest die hem krachtens richtlijn nr. 2002/65/EG wordt geboden door de dwingende bepalingen van het recht van de lidstaat van de Europese Unie of de andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft.
Dit betekent dat als op de overeenkomst een recht van toepassing is dat niet, of maar gedeeltelijk (ten dele), de bescherming biedt die richtlijn nr. 2002/65/EG beoogt (voorziene bescherming), dit er niet toe mag leiden dat de consument of de andere contractpartij (wederpartij) de bescherming kwijtraakt. Het gaat hier om de bescherming die hem op grond van (krachtens) richtlijn nr. 2002/65/EG wordt gegeven door de dwingende wetsbepalingen van de EU-lidstaat of de EER-staat (andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte) waar hij zijn vaste woon- of verblijfplaats (gewone verblijfplaats) heeft.