Artikel 181 (Aansprakelijkheid bedrijfsuitoefening zaken, opstallen, dieren, stoffen)
1. Worden de in de artikelen 173, 174 en 179 bedoelde zaken, opstallen of dieren gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, dan rust de aansprakelijkheid uit de artikelen 173 lid 1, 174 lid 1 en lid 2, eerste zin, en 179 op degene die dit bedrijf uitoefent, tenzij het een opstal betreft en het ontstaan van de schade niet met de uitoefening van het bedrijf in verband staat.
2. Wanneer de zaken, opstallen of dieren in de uitoefening van een bedrijf worden gebruikt door ze ter beschikking te stellen voor gebruik in de uitoefening van het bedrijf van een ander, dan wordt die ander als de uit hoofde van het vorige lid aansprakelijke persoon aangemerkt.
3. Wanneer een stof als bedoeld in artikel 175 in de uitoefening van een bedrijf wordt gebruikt door deze stof ter beschikking te stellen voor gebruik in de uitoefening van het beroep of bedrijf van een ander, wordt die ander als de uit hoofde van artikel 175 lid 1 aansprakelijke persoon aangemerkt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Worden de in de artikelen 173, 174 en 179 bedoelde zaken, opstallen of dieren gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, dan rust de aansprakelijkheid uit de artikelen 173 lid 1, 174 lid 1 en lid 2, eerste zin, en 179 op degene die dit bedrijf uitoefent, tenzij het een opstal betreft en het ontstaan van de schade niet met de uitoefening van het bedrijf in verband staat.
Dit lid bepaalt dat wanneer de zaken, opstallen of dieren die genoemd worden in de artikelen 173, 174 en 179, worden gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, de aansprakelijkheid die volgt uit artikel 173 lid 1, artikel 174 lid 1 en lid 2 (eerste zin), en artikel 179, berust bij degene die dit bedrijf uitoefent. Een uitzondering hierop is wanneer het een opstal betreft en het ontstaan van de schade geen verband houdt met de uitoefening van het bedrijf.
2. Wanneer de zaken, opstallen of dieren in de uitoefening van een bedrijf worden gebruikt door ze ter beschikking te stellen voor gebruik in de uitoefening van het bedrijf van een ander, dan wordt die ander als de uit hoofde van het vorige lid aansprakelijke persoon aangemerkt.
Dit lid stelt dat indien de zaken, opstallen of dieren in de uitoefening van een bedrijf worden gebruikt doordat zij ter beschikking worden gesteld voor gebruik in de uitoefening van het bedrijf van een andere partij, dan wordt die andere partij aangemerkt als de persoon die aansprakelijk is op grond van het voorgaande lid (lid 1).
3. Wanneer een stof als bedoeld in artikel 175 in de uitoefening van een bedrijf wordt gebruikt door deze stof ter beschikking te stellen voor gebruik in de uitoefening van het beroep of bedrijf van een ander, wordt die ander als de uit hoofde van artikel 175 lid 1 aansprakelijke persoon aangemerkt.
Dit lid specificeert dat indien een stof zoals bedoeld in artikel 175 in de uitoefening van een bedrijf wordt gebruikt doordat deze stof ter beschikking wordt gesteld voor gebruik in de uitoefening van het beroep of bedrijf van een andere partij, dan wordt die andere partij aangemerkt als de persoon die aansprakelijk is op grond van artikel 175 lid 1.