Artikel 161 (Tenietgaan verbintenis door vermenging)
1. Een verbintenis gaat teniet door vermenging, wanneer door overgang van de vordering of de schuld de hoedanigheid van schuldeiser en die van schuldenaar zich in één persoon verenigen.
2. Het vorige lid is niet van toepassing:
a. zolang de vordering en de schuld in van elkaar gescheiden vermogens vallen; b. in geval van overdracht overeenkomstig artikel 93 van Boek 3 van een vordering aan toonder of order; c. indien de voormelde vereniging van hoedanigheden het gevolg is van een rechtshandeling onder ontbindende voorwaarde, zolang niet vaststaat dat de voorwaarde niet meer in vervulling kan gaan.
3. Tenietgaan van een verbintenis door vermenging laat de op de vordering rustende rechten van derden onverlet.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een verbintenis gaat teniet door vermenging, wanneer door overgang van de vordering of de schuld de hoedanigheid van schuldeiser en die van schuldenaar zich in één persoon verenigen.
Dit lid bepaalt dat een verbintenis ophoudt te bestaan (tenietgaat) door vermenging. Dit gebeurt op het moment dat, door de overgang van de vordering of de schuld, de rol (hoedanigheid) van schuldeiser en de rol van schuldenaar samenkomen (zich verenigen) in één en dezelfde persoon.
2. Het vorige lid is niet van toepassing:
De regel uit het eerste lid geldt niet in de volgende situaties:
a. zolang de vordering en de schuld in van elkaar gescheiden vermogens vallen;
Dit betekent dat vermenging niet optreedt zolang de vordering en de schuld zich bevinden in vermogens die juridisch van elkaar gescheiden zijn en blijven.
b. in geval van overdracht overeenkomstig artikel 93 van Boek 3 van een vordering aan toonder of order;
Dit betekent dat vermenging niet van toepassing is wanneer een vordering aan toonder of een vordering aan order wordt overgedragen volgens de regels van artikel 93 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
c. indien de voormelde vereniging van hoedanigheden het gevolg is van een rechtshandeling onder ontbindende voorwaarde, zolang niet vaststaat dat de voorwaarde niet meer in vervulling kan gaan.
Dit betekent dat vermenging niet plaatsvindt als de samenkomst van de hoedanigheden van schuldeiser en schuldenaar het resultaat is van een rechtshandeling die is gesloten onder een ontbindende voorwaarde. Dit geldt zolang het nog niet zeker is (vaststaat) dat de desbetreffende voorwaarde definitief niet meer zal intreden (in vervulling kan gaan).
3. Tenietgaan van een verbintenis door vermenging laat de op de vordering rustende rechten van derden onverlet.
Dit lid stelt dat als een verbintenis tenietgaat door vermenging, dit geen gevolgen heeft voor (onverlet laat) de rechten die derden (personen die niet de schuldeiser of schuldenaar zijn) hebben en die op de betreffende vordering rusten.