Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 2. Overgang van vorderingen en schulden en afstand van vorderingen
Afdeling 2. Subrogatie
Artikel 151

Artikel 151 (Beperkingen subrogatie schuld derde borgen)

Laatste versie

1. Subrogatie overeenkomstig artikel 150 vindt niet plaats voor zover de schuld de derde aangaat in zijn verhouding tot de schuldenaar.

2. De rechten van de schuldeiser jegens borgen en personen die geen schuldenaar zijn, gaan slechts op de derde over tot ten hoogste de bedragen, waarvoor de schuld ieder van hen aangaat in hun verhouding tot de schuldenaar.

Uitleg in duidelijke taal

1. Subrogatie overeenkomstig artikel 150 vindt niet plaats voor zover de schuld de derde aangaat in zijn verhouding tot de schuldenaar.

Dit betekent dat de overgang van de vordering (subrogatie) zoals bedoeld in artikel 150 niet doorgaat, in die mate dat de schuld de derde (die betaalt) betreft in de relatie die deze derde heeft met de schuldenaar.

2. De rechten van de schuldeiser jegens borgen en personen die geen schuldenaar zijn, gaan slechts op de derde over tot ten hoogste de bedragen, waarvoor de schuld ieder van hen aangaat in hun verhouding tot de schuldenaar.

Dit houdt in dat de rechten die de oorspronkelijke schuldeiser heeft tegenover borgen en andere personen die niet de schuldenaar zelf zijn, slechts overgaan op de derde (die betaald heeft) tot maximaal de bedragen waarvoor de schuld elk van deze borgen en personen aangaat in hun specifieke relatie met de schuldenaar.