Artikel 108 (Bouwverplichting en rechterlijke opschorting appartementsrecht)
1. De appartementseigenaars zijn jegens elkander verplicht de bouw, de inrichting van het gebouw of de inrichting of aanduiding van de grond tot stand te brengen en in stand te houden in overeenstemming met het daaromtrent in de akte van splitsing bepaalde.
2. De rechter kan de uitspraak op een vordering, gegrond op het vorige lid, aanhouden wanneer een op artikel 144 lid 1 onder c, d of h gegrond verzoek aanhangig is.
Uitleg in duidelijke taal
1. De appartementseigenaars zijn jegens elkander verplicht de bouw, de inrichting van het gebouw of de inrichting of aanduiding van de grond tot stand te brengen en in stand te houden in overeenstemming met het daaromtrent in de akte van splitsing bepaalde.
Dit betekent dat de appartementseigenaars onderling (jegens elkander) verplicht zijn om de bouw en de inrichting van het gebouw, of de inrichting of aanduiding van de grond, te realiseren (tot stand te brengen) en te onderhouden (in stand te houden). Dit moet gebeuren zoals het hierover in de akte van splitsing is vastgelegd (bepaalde).
2. De rechter kan de uitspraak op een vordering, gegrond op het vorige lid, aanhouden wanneer een op artikel 144 lid 1 onder c, d of h gegrond verzoek aanhangig is.
Dit houdt in dat de rechter de beslissing (uitspraak) op een eis (vordering) die gebaseerd is (gegrond) op het vorige lid (lid 1 van dit artikel), kan uitstellen (aanhouden). Dit kan gebeuren als er een verzoek loopt (aanhangig is) dat is gebaseerd op (gegrond op) artikel 144 lid 1 onder c, d of h.