Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 4. Uiterste willen
Afdeling 3. Legitieme portie
Paragraaf 3. Het geldend maken van de legitieme portie
Artikel 85

Artikel 85 (Vervaltermijnen aanspraak legitieme portie)

Laatste versie

1. De mogelijkheid om aanspraak te maken op de legitieme portie vervalt, indien de legitimaris niet binnen een hem door een belanghebbende gestelde redelijke termijn, en uiterlijk vijf jaren na het overlijden van de erflater, heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen.

2. Indien negen maanden na het overlijden van de erflater niet vaststaat in hoeverre diens echtgenoot aanspraak zal maken op vestiging van een vruchtgebruik krachtens artikel 30, vervalt het deel van de vordering dat ten laste van de echtgenoot zou komen, tenzij de legitimaris binnen die termijn aan de echtgenoot heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen. Artikel 77 is op deze termijn van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. De mogelijkheid om aanspraak te maken op de legitieme portie vervalt, indien de legitimaris niet binnen een hem door een belanghebbende gestelde redelijke termijn, en uiterlijk vijf jaren na het overlijden van de erflater, heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen.

Dit betekent dat de mogelijkheid voor een legitimaris om aanspraak te maken op de legitieme portie vervalt, als de legitimaris niet binnen een redelijke termijn die hem door een belanghebbende is gesteld, én uiterlijk vijf jaren na het overlijden van de erflater, heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen. Als de legitimaris deze verklaring niet tijdig aflegt, verliest hij zijn recht op de legitieme portie.

2. Indien negen maanden na het overlijden van de erflater niet vaststaat in hoeverre diens echtgenoot aanspraak zal maken op vestiging van een vruchtgebruik krachtens artikel 30, vervalt het deel van de vordering dat ten laste van de echtgenoot zou komen, tenzij de legitimaris binnen die termijn aan de echtgenoot heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen. Artikel 77 is op deze termijn van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent dat indien negen maanden na het overlijden van de erflater nog niet bekend is in hoeverre de echtgenoot van de erflater aanspraak zal maken op vestiging van een vruchtgebruik krachtens artikel 30, dan vervalt het deel van de vordering (de legitieme portie) dat ten laste van de echtgenoot zou komen. Deze vervalregel geldt niet indien de legitimaris binnen die termijn van negen maanden aan de echtgenoot heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen. Artikel 77 is op deze termijn van overeenkomstige toepassing.