Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 3. Het erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen alsmede andere wettelijke rechten
Afdeling 2. Andere wettelijke rechten
Artikel 37

Artikel 37 (Vordering som ineens termijnen maximum)

Laatste versie

1. Degene die krachtens de artikelen 35 en 36 aanspraak maakt op een som ineens, heeft een vordering op de gezamenlijke erfgenamen. De mogelijkheid om aanspraak te maken op een som ineens vervalt, indien de rechthebbende niet binnen een redelijke, hem door een belanghebbende gestelde termijn, en uiterlijk negen maanden na het overlijden van de erflater, heeft verklaard dat hij de som ineens wenst te ontvangen.

2. De vordering is niet opeisbaar totdat zes maanden zijn verstreken na het overlijden van de erflater.

3. De rechtsvordering verjaart door verloop van een jaar na het overlijden van de erflater. Indien die erflater een echtgenoot achterlaat, wordt voor degene die krachtens artikel 36 aanspraak op een som ineens heeft gemaakt, deze termijn verlengd tot een jaar na het overlijden van die echtgenoot.

4. De sommen ineens bedragen gezamenlijk ten hoogste de helft van de waarde der nalatenschap; voor zoveel nodig ondergaan zij elk een evenredige vermindering. Onder de waarde der nalatenschap wordt in dit artikel verstaan de waarde van de goederen der nalatenschap, verminderd met de in artikel 7 lid 1 onder a tot en met e vermelde schulden.

5. De voldoening van de sommen ineens komt ten laste van het gedeelte der nalatenschap waarover niet bij uiterste wilsbeschikking is beschikt, en vervolgens, zo dit onvoldoende is, van de makingen; artikel 87 lid 2, tweede zin, is op een inkorting van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Degene die krachtens de artikelen 35 en 36 aanspraak maakt op een som ineens, heeft een vordering op de gezamenlijke erfgenamen. De mogelijkheid om aanspraak te maken op een som ineens vervalt, indien de rechthebbende niet binnen een redelijke, hem door een belanghebbende gestelde termijn, en uiterlijk negen maanden na het overlijden van de erflater, heeft verklaard dat hij de som ineens wenst te ontvangen.

Dit betekent letterlijk: de persoon die op grond van de artikelen 35 en 36 recht heeft op een bedrag ineens (een som ineens), heeft een claim (vordering) op alle erfgenamen gezamenlijk. De kans om dit bedrag ineens te claimen (aanspraak te maken) komt te vervallen als de persoon die er recht op heeft (de rechthebbende) niet binnen een redelijke termijn die een andere belanghebbende hem heeft gegeven, en uiterlijk binnen negen maanden nadat de overledene (erflater) is overleden, heeft laten weten (verklaard) dat hij dit bedrag ineens wil krijgen.

2. De vordering is niet opeisbaar totdat zes maanden zijn verstreken na het overlijden van de erflater.

Dit betekent letterlijk: de claim (vordering) kan pas worden opgeëist (is pas opeisbaar) nadat er zes maanden voorbij zijn (verstreken) sinds het overlijden van de erflater.

3. De rechtsvordering verjaart door verloop van een jaar na het overlijden van de erflater. Indien die erflater een echtgenoot achterlaat, wordt voor degene die krachtens artikel 36 aanspraak op een som ineens heeft gemaakt, deze termijn verlengd tot een jaar na het overlijden van die echtgenoot.

Dit betekent letterlijk: de juridische claim (rechtsvordering) is niet langer geldig (verjaart) nadat er een jaar voorbij is sinds het overlijden van de erflater. Als de erflater een echtgenoot nalaat, dan wordt voor de persoon die op grond van artikel 36 een claim heeft ingediend voor een som ineens, deze periode (termijn) verlengd tot een jaar na het overlijden van die echtgenoot.

4. De sommen ineens bedragen gezamenlijk ten hoogste de helft van de waarde der nalatenschap; voor zoveel nodig ondergaan zij elk een evenredige vermindering. Onder de waarde der nalatenschap wordt in dit artikel verstaan de waarde van de goederen der nalatenschap, verminderd met de in artikel 7 lid 1 onder a tot en met e vermelde schulden.

Dit betekent letterlijk: de bedragen ineens (sommen ineens) zijn samen niet meer dan (ten hoogste) de helft van de waarde van de erfenis (nalatenschap). Als het nodig is, worden ze allemaal met een gelijk percentage (evenredig) verlaagd (ondergaan een vermindering). Met 'waarde der nalatenschap' wordt in dit artikel bedoeld: de waarde van de bezittingen (goederen) van de nalatenschap, minus de schulden die genoemd zijn in artikel 7, lid 1, onderdelen a tot en met e.

5. De voldoening van de sommen ineens komt ten laste van het gedeelte der nalatenschap waarover niet bij uiterste wilsbeschikking is beschikt, en vervolgens, zo dit onvoldoende is, van de makingen; artikel 87 lid 2, tweede zin, is op een inkorting van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent letterlijk: de betaling (voldoening) van de bedragen ineens (sommen ineens) wordt betaald uit (komt ten laste van) het deel van de nalatenschap waarover niet via een testament (uiterste wilsbeschikking) is beslist (beschikt). Als dat deel niet genoeg is (onvoldoende), wordt het betaald uit de legaten (makingen). Artikel 87, lid 2, tweede zin, is op een vergelijkbare manier van toepassing op een vermindering (inkorting).

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden