Artikel 198 (Bevoegdheden vereffenaars beneficiair aanvaarde nalatenschap)
Tenzij de kantonrechter anders bepaalt, oefenen de erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap tezamen uit, doch kunnen daden van gewoon onderhoud en tot behoud van de goederen, en in het algemeen daden die geen uitstel kunnen lijden, door ieder van hen zo nodig zelfstandig worden verricht.
Uitleg in duidelijke taal
Tenzij de kantonrechter anders bepaalt, oefenen de erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap tezamen uit, doch kunnen daden van gewoon onderhoud en tot behoud van de goederen, en in het algemeen daden die geen uitstel kunnen lijden, door ieder van hen zo nodig zelfstandig worden verricht.
Dit artikel bepaalt het volgende: In principe oefenen de erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars van een beneficiair aanvaarde nalatenschap gezamenlijk (tezamen) uit. Dit is de hoofdregel, tenzij de kantonrechter hierover een andere beslissing neemt (anders bepaalt). Een uitzondering op deze hoofdregel geldt voor bepaalde handelingen: daden van gewoon onderhoud, daden tot behoud van de goederen, en in het algemeen daden die geen uitstel kunnen lijden. Dergelijke handelingen mogen, indien nodig (zo nodig), door ieder van de erfgenamen afzonderlijk (zelfstandig) worden verricht.