Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 5. Onderscheiden soorten van uiterste wilsbeschikkingen
Afdeling 2. Legaten
Paragraaf 2. Giften en andere handelingen die worden aangemerkt als legaten
Artikel 127

Artikel 127 (Inkorting begunstiging sommenverzekering en derdebeding)

Laatste versie

Betreft de inkorting of de vermindering een begunstiging bij een sommenverzekering of een andere begunstiging bij een beding ten behoeve van een derde, dan heeft zij tot gevolg dat de begunstigde verplicht is tot vergoeding van de waarde van het ingekorte of in mindering komende gedeelte aan de gezamenlijke erfgenamen, voor zover dit niet, alle omstandigheden in aanmerking genomen, onredelijk is. Indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13, is de in de eerste zin bedoelde vergoeding verschuldigd aan de echtgenoot van de erflater. Een begunstiging als bedoeld in de eerste zin kan slechts worden ingekort of verminderd binnen drie jaar nadat de begunstigde de prestatie heeft ontvangen.

Uitleg in duidelijke taal

Betreft de inkorting of de vermindering een begunstiging bij een sommenverzekering of een andere begunstiging bij een beding ten behoeve van een derde, dan heeft zij tot gevolg dat de begunstigde verplicht is tot vergoeding van de waarde van het ingekorte of in mindering komende gedeelte aan de gezamenlijke erfgenamen, voor zover dit niet, alle omstandigheden in aanmerking genomen, onredelijk is. Indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13, is de in de eerste zin bedoelde vergoeding verschuldigd aan de echtgenoot van de erflater. Een begunstiging als bedoeld in de eerste zin kan slechts worden ingekort of verminderd binnen drie jaar nadat de begunstigde de prestatie heeft ontvangen.

Dit artikel bepaalt dat indien een begunstiging bij een sommenverzekering, of een andere begunstiging die voortvloeit uit een beding ten behoeve van een derde, wordt ingekort of verminderd, dit tot gevolg heeft dat de begunstigde verplicht is. Deze verplichting houdt in dat de begunstigde de waarde van het gedeelte dat is ingekort of in mindering komt, moet vergoeden aan de gezamenlijke erfgenamen. Dit geldt echter alleen voor zover een dergelijke vergoeding, alle omstandigheden in aanmerking genomen, niet onredelijk wordt geacht. Wanneer de nalatenschap is verdeeld volgens de regels van artikel 13 van Boek 4 Burgerlijk Wetboek, dan is de vergoeding die in de eerste zin van dit artikel wordt genoemd, verschuldigd aan de echtgenoot van de erflater. Een begunstiging zoals omschreven in de eerste zin van dit artikel kan slechts worden ingekort of verminderd binnen een termijn van drie jaar. Deze termijn start op het moment dat de begunstigde de betreffende prestatie heeft ontvangen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden