Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 4. Uiterste willen
Afdeling 5. Herroeping van uiterste wilsbeschikkingen
Artikel 113

Artikel 113 (Herroeping onderhandse uiterste wil door teruggave)

Laatste versie

Een erflater kan te allen tijde zijn onderhandse, in bewaring gegeven uiterste wil terugvorderen, mits hij ter verantwoording van de notaris of andere persoon die de akte krachtens wettelijk voorschrift onder zich heeft, van de teruggave doet blijken bij een ten overstaan van die notaris of, met overeenkomstige toepassing van artikel 103, ten overstaan van die persoon verleden akte. Door de teruggave wordt de onderhandse uiterste wil herroepen.

Uitleg in duidelijke taal

Een erflater kan te allen tijde zijn onderhandse, in bewaring gegeven uiterste wil terugvorderen, mits hij ter verantwoording van de notaris of andere persoon die de akte krachtens wettelijk voorschrift onder zich heeft, van de teruggave doet blijken bij een ten overstaan van die notaris of, met overeenkomstige toepassing van artikel 103, ten overstaan van die persoon verleden akte. Door de teruggave wordt de onderhandse uiterste wil herroepen.

Dit artikel bepaalt dat een erflater (de persoon die een testament maakt) op elk moment zijn onderhandse (dat wil zeggen, niet door een notaris opgemaakte, maar zelf geschreven en ondertekende) uiterste wil die in bewaring is gegeven, kan terugvorderen. De voorwaarde hiervoor is dat hij van de teruggave laat blijken door middel van een akte. Deze akte moet worden verleden (opgemaakt) ten overstaan van de notaris of, indien van toepassing, ten overstaan van de andere persoon die de uiterste wil krachtens een wettelijk voorschrift onder zich heeft. Voor de akte ten overstaan van die andere persoon zijn de regels van artikel 103 van overeenkomstige toepassing. Het directe gevolg van deze teruggave is dat de onderhandse uiterste wil wordt herroepen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden