Burgerlijk Wetboek Boek 3

1. Hypotheek wordt gevestigd door een tussen partijen opgemaakte notariële akte waarbij de hypotheekgever aan de hypotheekhouder hypotheek op een registergoed verleent, gevolgd door haar inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers. De akte moet een aanduiding bevatten van de vordering waarvoor de hypotheek tot zekerheid strekt, of van de feiten aan de hand waarvan die vordering zal kunnen worden bepaald. Tevens moet het bedrag worden vermeld waarvoor de hypotheek wordt verleend of, wanneer dit bedrag nog niet vaststaat, het maximumbedrag dat uit hoofde van de hypotheek op het goed kan worden verhaald. De hypotheekhouder moet in de akte woonplaats kiezen in Nederland.

Dit betekent dat een hypotheek tot stand komt (wordt gevestigd) door middel van een notariële akte die door de betrokken partijen is opgemaakt. In deze akte verleent de hypotheekgever (degene die het onderpand geeft) aan de hypotheekhouder (degene die het geld leent en het onderpand ontvangt) een hypotheekrecht op een registergoed (zoals een huis of een stuk grond). Na het opmaken van de akte moet deze worden ingeschreven in de daarvoor bedoelde openbare registers. De akte moet duidelijk aangeven voor welke vordering (schuld) de hypotheek als zekerheid dient, of de feiten vermelden waarmee die vordering later kan worden vastgesteld. Ook moet het bedrag waarvoor de hypotheek wordt gegeven in de akte staan, of, als dit bedrag nog niet precies bekend is, het maximale bedrag dat via de hypotheek op het registergoed verhaald kan worden. De hypotheekhouder is verplicht om in de akte een officieel adres (woonplaats) in Nederland te kiezen.

2. Tenzij anders is bedongen, komen de kosten van verlening en vestiging ten laste van de schuldenaar.

Dit betekent dat, tenzij partijen iets anders hebben afgesproken (anders is bedongen), de kosten die gemaakt worden voor het verlenen en vestigen van de hypotheek voor rekening komen van de schuldenaar (degene die geld leent en de hypotheek geeft).

3. Bij de in het eerste lid bedoelde akte kan iemand slechts krachtens een bij authentieke akte verleende volmacht als gevolmachtigde voor de hypotheekgever optreden.

Dit houdt in dat wanneer iemand namens de hypotheekgever optreedt bij het opmaken van de notariële akte (zoals genoemd in het eerste lid), deze persoon dit alleen mag doen op basis van een volmacht die is verleend via een authentieke akte (een akte opgemaakt door een bevoegd openbaar ambtenaar, zoals een notaris).

4. Voor het overige vinden de algemene voorschriften die voor vestiging van beperkte rechten op registergoederen gegeven zijn, ook op de vestiging van een hypotheek toepassing.

Dit betekent dat voor alle andere aspecten (voor het overige) de algemene regels (voorschriften) die gelden voor het vestigen van beperkte rechten (zoals erfdienstbaarheid of opstalrecht) op registergoederen, ook van toepassing zijn op het vestigen van een hypotheek.