Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 7. Gemeenschap
Afdeling 2. Enige bijzondere gemeenschappen
Artikel 193

Artikel 193 (Benoeming vereffenaar gemeenschap schuldeisersbelangen)

Laatste versie

1. Een schuldeiser wiens vordering op de goederen der gemeenschap kan worden verhaald, kan de rechter verzoeken een vereffenaar te benoemen wanneer tot verdeling van de gemeenschap wordt overgegaan voordat de opeisbare schulden daarvan zijn voldaan of wanneer voor hem het gevaar bestaat dat hij niet ten volle of niet binnen een redelijke tijd zal worden voldaan, hetzij omdat de gemeenschap niet toereikend is of niet behoorlijk beheerd of afgewikkeld wordt, hetzij omdat een schuldeiser zich op de goederen van de gemeenschap gaat verhalen. Afdeling 3 van titel 6 van Boek 4 betreffende de vereffening van een nalatenschap is van toepassing of overeenkomstige toepassing.

2. Ook een schuldeiser van een deelgenoot kan de rechter verzoeken een vereffenaar te benoemen, wanneer zijn belangen door een gedraging van de deelgenoten ernstig worden geschaad.

3. Voor de ontbonden gemeenschap van een maatschap of vennootschap zijn de leden 1 en 2 niet van toepassing en gelden de volgende zinnen. Een schuldeiser wiens vordering op de goederen van de gemeenschap kan worden verhaald, is bevoegd zich tegen verdeling van de gemeenschap te verzetten. Een verdeling die na dit verzet is tot stand gekomen, is vernietigbaar met dien verstande dat de vernietigingsgrond slechts kan worden ingeroepen door de schuldeiser die zich verzette en dat hij de verdeling slechts te zijnen behoeve kan vernietigen en niet verder dan nodig is tot opheffing van de door hem ondervonden benadeling.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een schuldeiser wiens vordering op de goederen der gemeenschap kan worden verhaald, kan de rechter verzoeken een vereffenaar te benoemen wanneer tot verdeling van de gemeenschap wordt overgegaan voordat de opeisbare schulden daarvan zijn voldaan of wanneer voor hem het gevaar bestaat dat hij niet ten volle of niet binnen een redelijke tijd zal worden voldaan, hetzij omdat de gemeenschap niet toereikend is of niet behoorlijk beheerd of afgewikkeld wordt, hetzij omdat een schuldeiser zich op de goederen van de gemeenschap gaat verhalen. Afdeling 3 van titel 6 van Boek 4 betreffende de vereffening van een nalatenschap is van toepassing of overeenkomstige toepassing.

Dit lid bepaalt dat een schuldeiser, die zijn vordering kan verhalen op de goederen die deel uitmaken van de gemeenschap, de rechter kan verzoeken om een vereffenaar aan te stellen. Dit verzoek is mogelijk in twee situaties: ten eerste, wanneer wordt overgegaan tot verdeling van de gemeenschap voordat de opeisbare schulden van die gemeenschap zijn voldaan. Ten tweede, wanneer voor de schuldeiser het gevaar bestaat dat zijn vordering niet volledig (ten volle) of niet binnen een redelijke termijn zal worden voldaan. Dit gevaar kan voortkomen uit verschillende oorzaken: de gemeenschap is niet toereikend (heeft onvoldoende middelen), de gemeenschap wordt niet behoorlijk beheerd of afgewikkeld, of een andere schuldeiser probeert zijn vordering op de goederen van de gemeenschap te verhalen. Verder stelt dit lid dat Afdeling 3 van titel 6 van Boek 4, die de vereffening van een nalatenschap regelt, hierop van toepassing is of overeenkomstig wordt toegepast.

2. Ook een schuldeiser van een deelgenoot kan de rechter verzoeken een vereffenaar te benoemen, wanneer zijn belangen door een gedraging van de deelgenoten ernstig worden geschaad.

Dit lid voegt toe dat niet alleen een schuldeiser van de gemeenschap zelf, maar ook een schuldeiser van een individuele deelgenoot (iemand die deelneemt in de gemeenschap) de rechter kan verzoeken een vereffenaar te benoemen. Deze mogelijkheid bestaat wanneer de belangen van de schuldeiser van de deelgenoot ernstig worden geschaad door een gedraging (handelen of nalaten) van de deelgenoten.

3. Voor de ontbonden gemeenschap van een maatschap of vennootschap zijn de leden 1 en 2 niet van toepassing en gelden de volgende zinnen. Een schuldeiser wiens vordering op de goederen van de gemeenschap kan worden verhaald, is bevoegd zich tegen verdeling van de gemeenschap te verzetten. Een verdeling die na dit verzet is tot stand gekomen, is vernietigbaar met dien verstande dat de vernietigingsgrond slechts kan worden ingeroepen door de schuldeiser die zich verzette en dat hij de verdeling slechts te zijnen behoeve kan vernietigen en niet verder dan nodig is tot opheffing van de door hem ondervonden benadeling.

Dit lid preciseert dat de bepalingen van lid 1 en 2 niet van toepassing zijn op de ontbonden gemeenschap van een maatschap of vennootschap. Voor dergelijke gemeenschappen gelden specifieke regels. Een schuldeiser wiens vordering verhaald kan worden op de goederen van de (ontbonden maatschaps- of vennootschaps)gemeenschap, heeft de bevoegdheid zich te verzetten tegen de verdeling van die gemeenschap. Indien een verdeling toch tot stand komt nadat een schuldeiser zich hiertegen heeft verzet, dan is die verdeling vernietigbaar. De vernietigingsgrond (de reden voor vernietiging) kan echter alleen worden ingeroepen door de schuldeiser die zich daadwerkelijk heeft verzet. Deze schuldeiser kan de verdeling bovendien slechts te zijnen behoeve (in zijn eigen voordeel) vernietigen en niet verder dan noodzakelijk is om de benadeling (het nadeel) die hij heeft ondervonden, op te heffen.