Artikel 180 (Schuldeiser vordert verdeling gemeenschap)
1. Een schuldeiser die een opeisbare vordering op een deelgenoot heeft, kan verdeling van de gemeenschap vorderen, doch niet verder dan nodig is voor het verhaal van zijn vordering. Artikel 178 lid 3 is van toepassing.
2. Heeft een schuldeiser een bevel tot verdeling van de gemeenschap verkregen dan behoeft de verdeling zijn medewerking.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een schuldeiser die een opeisbare vordering op een deelgenoot heeft, kan verdeling van de gemeenschap vorderen, doch niet verder dan nodig is voor het verhaal van zijn vordering. Artikel 178 lid 3 is van toepassing.
Dit lid betekent dat een schuldeiser die een direct invorderbare vordering heeft op een persoon die mede-eigenaar is van een gemeenschappelijk goed (een deelgenoot), de verdeling van die gemeenschap kan eisen. Deze eis tot verdeling mag echter niet verder gaan dan wat nodig is om de vordering van de schuldeiser te kunnen innen (verhaal van zijn vordering). Daarnaast is artikel 178, lid 3, hierop van toepassing.
2. Heeft een schuldeiser een bevel tot verdeling van de gemeenschap verkregen dan behoeft de verdeling zijn medewerking.
Dit lid stelt dat als een schuldeiser een officieel bevel van de rechter heeft gekregen om de gemeenschap te verdelen, dan is de medewerking van deze schuldeiser noodzakelijk voor het uitvoeren van die verdeling.