Artikel 396 (Vrijstellingen jaarrekening kleine rechtspersonen)
1. Onverminderd artikel 395a gelden de leden 3 tot en met 9 voor een rechtspersoon die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan twee of drie van de volgende vereisten:
a. de waarde van de activa volgens de balans met toelichting bedraagt, op de grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan € 7.500.000; b. de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 15.000.000; c. het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 50.
2. Voor de toepassing van lid 1 worden meegeteld de waarde van de activa, de netto-omzet en het getal der werknemers van groepsmaatschappijen, die in de consolidatie zouden moeten worden betrokken als de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening zou moeten opmaken. Dit geldt niet, indien de rechtspersoon artikel 408 toepast.
3. Van de ingevolge afdeling 3 voorgeschreven opgaven behoeft geen andere te worden gedaan dan voorgeschreven in de artikelen 364, 365 lid 1 onder a, 368 lid 2 onder a, 370 lid 1 onder d, 373 leden 1 tot en met 5, eerste volzin, 375 lid 3 en 376, alsmede, zonder uitsplitsing naar soort schuld of vordering, in de artikelen 370 lid 2 en 375 lid 2, waarbij de aanduiding van de rentevoet achterwege blijft, en de opgave van het ingehouden deel van het resultaat.
4. In de winst- en verliesrekening worden de posten genoemd in artikel 377 lid 3 onder a-d en g, onderscheidenlijk lid 4 onder a-c en f, samengetrokken tot een post bruto-bedrijfsresultaat.
5. Het in artikel 378 lid 1 genoemde overzicht wordt slechts gegeven voor de herwaarderingsreserve, behoudens de tweede zin van artikel 378 lid 3. De artikelen 379, 380, 381 leden 2 en 3, 381b, aanhef en onder a, 382a en 383 lid 1 zijn niet van toepassing. De rechtspersoon vermeldt de naam en woonplaats van de maatschappij die de geconsolideerde jaarrekening opstelt van het groepsdeel waartoe de rechtspersoon behoort. De informatie die ingevolge artikel 382 wordt vermeld, wordt beperkt tot mededeling van het gemiddelde aantal gedurende het boekjaar bij de rechtspersoon werkzame werknemers.
6. In afwijking van afdeling 6 van deze titel komen voor de waardering van de activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat ook in aanmerking de grondslagen voor de bepaling van de belastbare winst, bedoeld in hoofdstuk II van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, mits de rechtspersoon daarbij alle voor hem van toepassing zijnde fiscale grondslagen toepast. Indien de rechtspersoon deze grondslagen toepast, maakt zij daarvan melding in de toelichting. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het gebruik van deze grondslagen en de toelichting die daarbij gegeven wordt.
7. De artikelen 380c en 380d, 383b tot en met 383e, 391, 392 en 393 lid 1 zijn niet van toepassing.
8. Artikel 394 is slechts van toepassing met betrekking tot een overeenkomstig lid 3 beperkte balans en de toelichting. In de openbaar gemaakte toelichting blijven achterwege de gegevens bedoeld in artikel 380a.
9. Indien de rechtspersoon geen winst beoogt, behoeft hij artikel 394 niet toe te passen, mits hij
a. de in lid 8 bedoelde stukken aan schuldeisers en houders van aandelen in zijn kapitaal of certificaten daarvan of anderen aan wie het vergaderrecht toekomt op hun verzoek onmiddellijk kosteloos toezendt of ten kantore van de rechtspersoon ter inzage geeft; en b. bij het handelsregister een verklaring van een accountant heeft gedeponeerd, inhoudende dat de rechtspersoon in het boekjaar geen werkzaamheden heeft verricht buiten de doelomschrijving en dat dit artikel op hem van toepassing is.
Uitleg in duidelijke taal
1. Onverminderd artikel 395a gelden de leden 3 tot en met 9 voor een rechtspersoon die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan twee of drie van de volgende vereisten:
Dit lid stelt dat, met inachtneming van hetgeen in artikel 395a is bepaald (onverminderd artikel 395a), de bepalingen van de leden 3 tot en met 9 van toepassing zijn op een rechtspersoon. Dit is het geval indien deze rechtspersoon op twee achtereenvolgende balansdata, en vervolgens zonder onderbreking opnieuw op twee achtereenvolgende balansdata, heeft voldaan aan twee of drie van de hierna volgende vereisten.
a. de waarde van de activa volgens de balans met toelichting bedraagt, op de grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan € 7.500.000;
Dit betekent dat de totale waarde van de bezittingen (activa) van de rechtspersoon, zoals deze blijkt uit de balans en de bijbehorende toelichting, berekend op basis van de aankoopprijs (verkrijgingsprijs) of de kosten om deze te produceren (vervaardigingsprijs), niet hoger mag zijn dan € 7.500.000.
b. de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 15.000.000;
Dit houdt in dat de totale inkomsten uit de normale bedrijfsactiviteiten (netto-omzet) gedurende het boekjaar niet meer mogen bedragen dan € 15.000.000.
c. het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 50.
Dit betekent dat het gemiddelde aantal personen dat gedurende het boekjaar bij de rechtspersoon in dienst was, lager moet zijn dan 50.
2. Voor de toepassing van lid 1 worden meegeteld de waarde van de activa, de netto-omzet en het getal der werknemers van groepsmaatschappijen, die in de consolidatie zouden moeten worden betrokken als de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening zou moeten opmaken. Dit geldt niet, indien de rechtspersoon artikel 408 toepast.
Dit lid verduidelijkt dat voor het bepalen of aan de criteria in lid 1 is voldaan, de waarde van de activa, de netto-omzet en het aantal werknemers van groepsmaatschappijen meegeteld moeten worden. Dit betreft groepsmaatschappijen die in de consolidatie (samengevoegde jaarrekening) opgenomen zouden moeten worden, indien de rechtspersoon verplicht zou zijn een geconsolideerde jaarrekening op te stellen. Deze bepaling is niet van toepassing als de rechtspersoon artikel 408 toepast.
3. Van de ingevolge afdeling 3 voorgeschreven opgaven behoeft geen andere te worden gedaan dan voorgeschreven in de artikelen 364, 365 lid 1 onder a, 368 lid 2 onder a, 370 lid 1 onder d, 373 leden 1 tot en met 5, eerste volzin, 375 lid 3 en 376, alsmede, zonder uitsplitsing naar soort schuld of vordering, in de artikelen 370 lid 2 en 375 lid 2, waarbij de aanduiding van de rentevoet achterwege blijft, en de opgave van het ingehouden deel van het resultaat.
Dit lid stelt dat van de opgaven die volgens afdeling 3 moeten worden verstrekt, slechts een selectie verplicht is. Specifiek hoeven alleen de opgaven vermeld in de artikelen 364, 365 lid 1 onder a, 368 lid 2 onder a, 370 lid 1 onder d, 373 leden 1 tot en met 5 (enkel de eerste volzin), 375 lid 3 en 376 te worden gedaan. Daarnaast moeten de opgaven volgens de artikelen 370 lid 2 en 375 lid 2 worden verstrekt zonder specificatie naar het type schuld of vordering, en zonder vermelding van de rentevoet. Ook de opgave van het deel van het resultaat dat is ingehouden (niet uitgekeerd) moet worden gedaan.
4. In de winst- en verliesrekening worden de posten genoemd in artikel 377 lid 3 onder a-d en g, onderscheidenlijk lid 4 onder a-c en f, samengetrokken tot een post bruto-bedrijfsresultaat.
Dit lid bepaalt dat in de winst- en verliesrekening de posten die zijn opgesomd in artikel 377 lid 3, onderdelen a tot en met d en onderdeel g, en respectievelijk in artikel 377 lid 4, onderdelen a tot en met c en onderdeel f, samengevoegd moeten worden tot één post, genaamd "bruto-bedrijfsresultaat".
5. Het in artikel 378 lid 1 genoemde overzicht wordt slechts gegeven voor de herwaarderingsreserve, behoudens de tweede zin van artikel 378 lid 3. De artikelen 379, 380, 381 leden 2 en 3, 381b, aanhef en onder a, 382a en 383 lid 1 zijn niet van toepassing. De rechtspersoon vermeldt de naam en woonplaats van de maatschappij die de geconsolideerde jaarrekening opstelt van het groepsdeel waartoe de rechtspersoon behoort. De informatie die ingevolge artikel 382 wordt vermeld, wordt beperkt tot mededeling van het gemiddelde aantal gedurende het boekjaar bij de rechtspersoon werkzame werknemers.
Dit lid specificeert dat het overzicht dat in artikel 378 lid 1 wordt genoemd, alleen verstrekt hoeft te worden voor de herwaarderingsreserve, met uitzondering van wat in de tweede zin van artikel 378 lid 3 staat. Verder zijn de artikelen 379, 380, 381 leden 2 en 3, 381b (de aanhef en onderdeel a), 382a en 383 lid 1 niet van toepassing. De rechtspersoon moet de naam en de vestigingsplaats (woonplaats) vermelden van de maatschappij die de geconsolideerde jaarrekening opstelt voor het deel van de groep waartoe de rechtspersoon behoort. De informatie die op grond van artikel 382 moet worden vermeld, is beperkt tot de mededeling van het gemiddelde aantal werknemers dat gedurende het boekjaar bij de rechtspersoon werkzaam was.
6. In afwijking van afdeling 6 van deze titel komen voor de waardering van de activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat ook in aanmerking de grondslagen voor de bepaling van de belastbare winst, bedoeld in hoofdstuk II van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, mits de rechtspersoon daarbij alle voor hem van toepassing zijnde fiscale grondslagen toepast. Indien de rechtspersoon deze grondslagen toepast, maakt zij daarvan melding in de toelichting. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het gebruik van deze grondslagen en de toelichting die daarbij gegeven wordt.
Dit lid stelt dat, in afwijking van de bepalingen in afdeling 6 van deze titel, voor de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat ook de fiscale grondslagen mogen worden gebruikt. Dit zijn de grondslagen voor het bepalen van de belastbare winst zoals bedoeld in hoofdstuk II van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Voorwaarde is dat de rechtspersoon daarbij alle voor hem geldende fiscale grondslagen toepast. Als de rechtspersoon deze fiscale grondslagen toepast, moet dit in de toelichting worden vermeld. Verdere regels over het gebruik van deze grondslagen en de bijbehorende toelichting kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld.
7. De artikelen 380c en 380d, 383b tot en met 383e, 391, 392 en 393 lid 1 zijn niet van toepassing.
Dit lid geeft aan dat de artikelen 380c en 380d, 383b tot en met 383e, 391, 392 en 393 lid 1 niet van toepassing zijn op de rechtspersonen die onder dit artikel vallen.
8. Artikel 394 is slechts van toepassing met betrekking tot een overeenkomstig lid 3 beperkte balans en de toelichting. In de openbaar gemaakte toelichting blijven achterwege de gegevens bedoeld in artikel 380a.
Dit lid bepaalt dat artikel 394 (inzake openbaarmaking) alleen van toepassing is op een balans en toelichting die beperkt zijn opgesteld conform lid 3 van dit artikel. In de toelichting die openbaar wordt gemaakt, hoeven de gegevens zoals bedoeld in artikel 380a niet te worden opgenomen.
9. Indien de rechtspersoon geen winst beoogt, behoeft hij artikel 394 niet toe te passen, mits hij
Dit lid stelt dat indien de rechtspersoon niet het maken van winst als doel heeft, hij artikel 394 (inzake openbaarmaking) niet hoeft toe te passen, op voorwaarde dat hij voldoet aan de volgende cumulatieve vereisten:
a. de in lid 8 bedoelde stukken aan schuldeisers en houders van aandelen in zijn kapitaal of certificaten daarvan of anderen aan wie het vergaderrecht toekomt op hun verzoek onmiddellijk kosteloos toezendt of ten kantore van de rechtspersoon ter inzage geeft; en
De rechtspersoon de in lid 8 genoemde stukken (beperkte balans en toelichting) op verzoek direct en kosteloos verstrekt aan schuldeisers, aandeelhouders, houders van certificaten van aandelen, of anderen die stemrecht hebben in de vergadering, of deze stukken op het kantoor van de rechtspersoon ter inzage legt; en
b. bij het handelsregister een verklaring van een accountant heeft gedeponeerd, inhoudende dat de rechtspersoon in het boekjaar geen werkzaamheden heeft verricht buiten de doelomschrijving en dat dit artikel op hem van toepassing is.
De rechtspersoon bij het handelsregister een verklaring van een accountant heeft ingediend (gedeponeerd), waarin staat dat de rechtspersoon in het boekjaar geen activiteiten heeft uitgevoerd buiten zijn statutaire doelstelling (doelomschrijving) en dat dit artikel (artikel 396) op hem van toepassing is.