Artikel 292 (Vertegenwoordiging stichting)
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
2. De statuten kunnen de bevoegdheid tot vertegenwoordiging bovendien toekennen aan een of meer bestuurders. Zij kunnen bepalen dat een bestuurder de stichting slechts met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.
3. Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de stichting worden ingeroepen.
4. De statuten kunnen ook aan andere personen dan bestuurders bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
Dit betekent dat het bestuur de stichting vertegenwoordigt, tenzij de wet anders bepaalt. Het bestuur is dus in beginsel bevoegd om namens de stichting te handelen.
2. De statuten kunnen de bevoegdheid tot vertegenwoordiging bovendien toekennen aan een of meer bestuurders. Zij kunnen bepalen dat een bestuurder de stichting slechts met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.
Dit houdt in dat de statuten van de stichting de bevoegdheid om de stichting te vertegenwoordigen ook kunnen geven aan één specifieke bestuurder of aan meerdere bestuurders. Verder kunnen de statuten bepalen dat een bestuurder de stichting alleen mag vertegenwoordigen als hij of zij daarbij de medewerking heeft van één of meer andere personen.
3. Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de stichting worden ingeroepen.
Dit stelt dat de bevoegdheid tot vertegenwoordiging die het bestuur of een bestuurder heeft, onbeperkt en onvoorwaardelijk is, tenzij de wet een andere regeling treft. Indien er een beperking van of een voorwaarde voor deze vertegenwoordigingsbevoegdheid wettelijk is toegestaan of voorgeschreven, kan alleen de stichting zelf een beroep doen op die beperking of voorwaarde.
4. De statuten kunnen ook aan andere personen dan bestuurders bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen.
Dit betekent dat de statuten de mogelijkheid bieden om de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de stichting ook toe te kennen aan personen die geen deel uitmaken van het bestuur.