Terug naar bibliotheek
Boek 10. Internationaal privaatrecht
Titel 6. Adoptie
Afdeling 3. Erkenning van een buitenlandse adoptie
Artikel 108

Artikel 108

Laatste versie

1. Een buitenslands gegeven beslissing waarbij een adoptie tot stand is gekomen, wordt in Nederland van rechtswege erkend indien zij is uitgesproken door:

a. een ter plaatse bevoegde autoriteit van de staat waar de adoptiefouders en het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden; of b. een ter plaatse bevoegde autoriteit van de staat waar hetzij de adoptiefouders, hetzij het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden.

2. Aan een beslissing houdende adoptie wordt erkenning onthouden indien:

a. aan die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of b. in het geval, bedoeld in lid 1, onder b, de beslissing niet is erkend in de staat waar het kind, onderscheidenlijk de staat waar de adoptiefouders zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden; of c. de erkenning van die beslissing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde.

3. Op de in lid 2, onder c, genoemde grond wordt aan een beslissing houdende adoptie in elk geval erkenning onthouden indien de beslissing kennelijk op een schijnhandeling betrekking heeft.

4. De erkenning van de beslissing kan, ook wanneer daarbij een Nederlander betrokken is, niet op de in lid 2, onder c, genoemde grond worden geweigerd enkel omdat daarop een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van afdeling 2 zou zijn gevolgd.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:3316 - Rechtbank Den Haag - 28 februari 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:331628 februari 2024Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2024:1802 - Staat belanghebbende bij erkenning buitenlandse adoptie vanwege nationaliteitsgevolgen - 5 december 2024

ECLI:NL:HR:2024:18025 december 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De Staat is belanghebbende in een procedure (art. 1:26 BW) tot erkenning van een buitenlandse adoptie. Dit is vanwege het algemeen belang dat gemoeid is met de mogelijke verkrijging van het Nederlanderschap van rechtswege door het kind (art. 5b RWN) als gevolg van de erkenning.

BestuursrechtVreemdelingenrecht
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2610 - Rechtbank Amsterdam - 6 mei 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:26106 mei 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:16361 - Rechtbank Den Haag - 7 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:163617 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2023:1183 - Parket bij de Hoge Raad - 18 december 2023

ECLI:NL:PHR:2023:118318 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:16360 - Rechtbank Den Haag - 7 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:163607 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak