Artikel 71 (Nietigverklaring huwelijk wegens dwang of dwaling)
1. Een echtgenoot kan de nietigverklaring van zijn huwelijk verzoeken, wanneer hij dit onder invloed van dwang heeft gesloten. Tevens is het openbaar ministerie, na de echtgenoten in de gelegenheid te hebben gesteld hun mening omtrent de wenselijkheid van het indienen van het verzoek tot nietigverklaring kenbaar te maken, althans na deze daartoe behoorlijk te hebben opgeroepen, bevoegd tot het doen van het verzoek.
2. Voorts kan de echtgenoot, die bij de huwelijksvoltrekking gedwaald heeft hetzij in de persoon van de andere echtgenoot, hetzij omtrent de betekenis van de door hem afgelegde verklaring de nietigverklaring van zijn huwelijk verzoeken.
3. De bevoegdheid de nietigverklaring wegens dwaling te verzoeken vervalt, wanneer de echtgenoten zes maanden hebben samengewoond sedert de ontdekking van de dwaling zonder dat het verzoek is gedaan. De bevoegdheid de nietigverklaring wegens dwang te verzoeken vervalt, wanneer de echtgenoten drie jaar hebben samengewoond zonder dwang gericht op instandhouding van het huwelijk, zonder dat het verzoek is gedaan.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een echtgenoot kan de nietigverklaring van zijn huwelijk verzoeken, wanneer hij dit onder invloed van dwang heeft gesloten. Tevens is het openbaar ministerie, na de echtgenoten in de gelegenheid te hebben gesteld hun mening omtrent de wenselijkheid van het indienen van het verzoek tot nietigverklaring kenbaar te maken, althans na deze daartoe behoorlijk te hebben opgeroepen, bevoegd tot het doen van het verzoek.
Dit lid geeft aan dat een echtgenoot de nietigverklaring van zijn huwelijk kan verzoeken, wanneer hij dit huwelijk onder invloed van dwang heeft gesloten. Tevens staat hier dat het openbaar ministerie bevoegd is tot het doen van dit verzoek, nadat de echtgenoten in de gelegenheid zijn gesteld hun mening over de wenselijkheid van het indienen van het verzoek tot nietigverklaring kenbaar te maken, of althans nadat zij daartoe behoorlijk zijn opgeroepen.
2. Voorts kan de echtgenoot, die bij de huwelijksvoltrekking gedwaald heeft hetzij in de persoon van de andere echtgenoot, hetzij omtrent de betekenis van de door hem afgelegde verklaring de nietigverklaring van zijn huwelijk verzoeken.
Dit lid voegt toe dat de echtgenoot die bij de huwelijksvoltrekking gedwaald heeft, hetzij met betrekking tot de persoon van de andere echtgenoot, hetzij met betrekking tot de betekenis van de door hem afgelegde verklaring, de nietigverklaring van zijn huwelijk kan verzoeken.
3. De bevoegdheid de nietigverklaring wegens dwaling te verzoeken vervalt, wanneer de echtgenoten zes maanden hebben samengewoond sedert de ontdekking van de dwaling zonder dat het verzoek is gedaan. De bevoegdheid de nietigverklaring wegens dwang te verzoeken vervalt, wanneer de echtgenoten drie jaar hebben samengewoond zonder dwang gericht op instandhouding van het huwelijk, zonder dat het verzoek is gedaan.
Dit lid specificeert dat de bevoegdheid om de nietigverklaring wegens dwaling te verzoeken, vervalt als de echtgenoten zes maanden hebben samengewoond sinds de ontdekking van de dwaling zonder dat het verzoek is gedaan. De bevoegdheid om de nietigverklaring wegens dwang te verzoeken, vervalt als de echtgenoten drie jaar hebben samengewoond zonder dat er dwang was gericht op de instandhouding van het huwelijk, en zonder dat het verzoek is gedaan.