Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 13. Minderjarigheid
Afdeling 2. Handlichting
Artikel 235

Artikel 235 (Handlichting voorwaarden en bevoegdheden)

Laatste versie

1. Handlichting waarbij aan een minderjarige bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige worden toegekend, kan wanneer de minderjarige de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, op zijn verzoek door de kantonrechter worden verleend.

2. Zij wordt niet verleend tegen de wil van de ouders voor zover deze het gezag over de minderjarige uitoefenen, met inachtneming nochtans van artikel 253a, eerste lid.

3. Bij het verlenen van handlichting bepaalt de kantonrechter uitdrukkelijk, welke bevoegdheden van een meerderjarige aan de minderjarige worden toegekend. Deze bevoegdheden mogen zich niet verder uitstrekken dan tot de gedeeltelijke of de gehele ontvangst van zijn inkomsten en de beschikking daarover, het sluiten van verhuringen en verpachtingen, het in een vennootschap deelnemen en het uitoefenen van een beroep of bedrijf. De minderjarige wordt echter door handlichting niet bekwaam tot het beschikken over registergoederen, effecten, of door hypotheek gedekte vorderingen.

4. Hij kan ter zake van de handlichting zelf en van handelingen, waartoe hij krachtens de verkregen handlichting bekwaam is, eisende of verwerende in rechte optreden. Artikel 12 lid 1 van dit boek geldt voor die handelingen niet.

Uitleg in duidelijke taal

1. Handlichting waarbij aan een minderjarige bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige worden toegekend, kan wanneer de minderjarige de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, op zijn verzoek door de kantonrechter worden verleend.

Dit betekent letterlijk dat handlichting, een procedure waarbij een minderjarige specifieke bevoegdheden van een meerderjarige krijgt toegekend, kan worden verleend. Dit kan gebeuren als de minderjarige de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en hier zelf om verzoekt bij de kantonrechter. De kantonrechter is degene die de handlichting kan verlenen.

2. Zij wordt niet verleend tegen de wil van de ouders voor zover deze het gezag over de minderjarige uitoefenen, met inachtneming nochtans van artikel 253a, eerste lid.

Dit betekent letterlijk dat de handlichting niet wordt verleend als de ouders die het gezag over de minderjarige uitoefenen, het er niet mee eens zijn. Hierbij moet echter wel rekening worden gehouden met (met inachtneming nochtans van) de bepalingen in artikel 253a, eerste lid.

3. Bij het verlenen van handlichting bepaalt de kantonrechter uitdrukkelijk, welke bevoegdheden van een meerderjarige aan de minderjarige worden toegekend. Deze bevoegdheden mogen zich niet verder uitstrekken dan tot de gedeeltelijke of de gehele ontvangst van zijn inkomsten en de beschikking daarover, het sluiten van verhuringen en verpachtingen, het in een vennootschap deelnemen en het uitoefenen van een beroep of bedrijf. De minderjarige wordt echter door handlichting niet bekwaam tot het beschikken over registergoederen, effecten, of door hypotheek gedekte vorderingen.

Dit betekent letterlijk dat de kantonrechter bij het verlenen van handlichting expliciet (uitdrukkelijk) vaststelt welke bevoegdheden van een meerderjarige aan de minderjarige worden gegeven (toegekend). Deze toegekende bevoegdheden zijn beperkt en mogen niet meer omvatten (zich niet verder uitstrekken dan tot) dan:

  • de gedeeltelijke of gehele ontvangst van zijn inkomsten en het recht om daarover te beslissen (de beschikking daarover);
  • het aangaan van huur- en pachtovereenkomsten (verhuringen en verpachtingen);
  • het deelnemen in een vennootschap;
  • en het uitoefenen van een beroep of bedrijf. De minderjarige krijgt door handlichting echter niet de bevoegdheid (wordt niet bekwaam) om te beslissen over (beschikken over) registergoederen, effecten, of vorderingen die door een hypotheek gedekt zijn.

4. Hij kan ter zake van de handlichting zelf en van handelingen, waartoe hij krachtens de verkregen handlichting bekwaam is, eisende of verwerende in rechte optreden. Artikel 12 lid 1 van dit boek geldt voor die handelingen niet.

Dit betekent letterlijk dat de minderjarige met handlichting zelfstandig in een rechtszaak kan optreden, zowel als eiser (eisende) of als gedaagde (verwerende). Dit recht om in rechte op te treden geldt voor zaken die de handlichting zelf betreffen (ter zake van de handlichting zelf) en voor handelingen die hij bevoegd is te verrichten op grond van (krachtens) de verkregen handlichting. Artikel 12, lid 1, van dit boek is voor die specifieke handelingen niet van toepassing.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

19 uitspraken gevonden
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3810 - Kantonrechter verleent handlichting aan minderjarige voor starten van padel-onderneming - 17 september 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:381017 september 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

Een zeventienjarige verzoeker krijgt handlichting van de kantonrechter om een eenmanszaak te starten. De rechter kent specifieke bevoegdheden toe, zoals het inschrijven bij de KvK en het aangaan van overeenkomsten tot € 5.000, omdat aan de wettelijke vereisten van leeftijd en ouderlijke toestemming is voldaan.

Civiel RechtPersonen en Familierecht, Ondernemingsrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3539 - Rechtbank Noord-Nederland - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:353927 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:2873 - Rechtbank Noord-Nederland - 16 juli 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:287316 juli 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2025:8877 - Kantonrechter verleent handlichting aan zestienjarige voor paardenbedrijf EquiHart - 12 september 2025

ECLI:NL:RBLIM:2025:887712 september 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De kantonrechter verleent op grond van artikel 1:235 BW handlichting aan een zestienjarige om een onderneming in paarden te exploiteren. De handlichting omvat het verrichten van rechtshandelingen tot € 10.000, omdat aan de wettelijke vereisten is voldaan en dit in het belang van de minderjarige wordt geacht.

Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:9772 - Rechtbank Noord-Holland - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:977221 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4967 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 10 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:496710 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5991 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 4 september 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:59914 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5555 - Rechtbank Oost-Brabant - 3 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:55553 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5556 - Rechtbank Oost-Brabant - 3 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:55563 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5493 - Rechtbank Oost-Brabant - 1 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:54931 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Ondernemingsrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3617 - Rechtbank Noord-Nederland - 29 augustus 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:361729 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Ondernemingsrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:4674 - Rechtbank Oost-Brabant - 16 juli 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:467416 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:4760 - Rechtbank Oost-Brabant - 16 juli 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:476016 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11683 - Rechtbank Rotterdam - 3 oktober 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:116833 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5930 - Rechtbank Overijssel - 25 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:593025 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10806 - Rechtbank Rotterdam - 26 augustus 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1080626 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3702 - Raad van State - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:37026 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Omgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:6058 - Rechtbank Gelderland - 24 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:605824 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:3370 - Rechtbank Midden-Nederland - 17 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:337017 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht