Artikel 198 (Criteria juridisch moederschap)
1. Moeder van een kind is de vrouw:
a. uit wie het kind is geboren; b. die op het tijdstip van de geboorte van het kind is gehuwd of door een geregistreerd partnerschap is verbonden met de vrouw uit wie het kind is geboren, indien dit kind is verwekt door kunstmatige donorbevruchting als bedoeld in artikel 1, onder c, sub 1, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting en een door het College, bedoeld in die wet, ter bevestiging hiervan afgegeven verklaring is overgelegd, waaruit blijkt dat de identiteit van de donor aan de vrouw bij wie de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden onbekend is, tenzij de laatste zin van dit onderdeel of de eerste zin van artikel 199, onder b, geldt. De verklaring dient bij de aangifte van de geboorte te worden overgelegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en werkt terug tot aan de geboorte van het kind. Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap na de kunstmatige donorbevruchting en voor de geboorte van het kind is ontbonden door de dood van de echtgenote of geregistreerde partner van de vrouw uit wie het kind is geboren, is de overleden echtgenote of geregistreerde partner eveneens moeder van het kind als de voornoemde verklaring wordt overgelegd bij de aangifte van de geboorte van het kind, zelfs indien de vrouw uit wie het kind is geboren was hertrouwd of een nieuw partnerschap had laten registreren; c. die het kind heeft erkend; d. wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld; of e. die het kind heeft geadopteerd.
2. De vrouw uit wie het kind is geboren kan, indien zij op het tijdstip van de kunstmatige donorbevruchting was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenote of geregistreerde partner sedert dat tijdstip gescheiden hebben geleefd, binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat haar overleden echtgenote of geregistreerde partner niet de moeder is van het kind, bedoeld in het eerste lid, onder b, van welke verklaring een akte wordt opgemaakt; was de vrouw uit wie het kind is geboren op het tijdstip van de geboorte hertrouwd of had zij een nieuw partnerschap laten registreren dan is in dat geval de huidige echtgenoot of geregistreerd partner de ouder van het kind.
Uitleg in duidelijke taal
1. Moeder van een kind is de vrouw:
Dit lid stelt dat de moeder van een kind een vrouw is, waarna de volgende onderdelen specificeren in welke gevallen een vrouw als moeder wordt aangemerkt.
a. uit wie het kind is geboren;
Dit betekent dat de vrouw die het kind fysiek ter wereld heeft gebracht (de vrouw uit wie het kind is geboren), de moeder is.
b. die op het tijdstip van de geboorte van het kind is gehuwd of door een geregistreerd partnerschap is verbonden met de vrouw uit wie het kind is geboren, indien dit kind is verwekt door kunstmatige donorbevruchting als bedoeld in artikel 1, onder c, sub 1, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting en een door de stichting, bedoeld in die wet, ter bevestiging hiervan afgegeven verklaring is overgelegd, waaruit blijkt dat de identiteit van de donor aan de vrouw bij wie de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden onbekend is, tenzij de laatste zin van dit onderdeel of de eerste zin van artikel 199, onder b, geldt. De verklaring dient bij de aangifte van de geboorte te worden overgelegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en werkt terug tot aan de geboorte van het kind. Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap na de kunstmatige donorbevruchting en voor de geboorte van het kind is ontbonden door de dood van de echtgenote of geregistreerde partner van de vrouw uit wie het kind is geboren, is de overleden echtgenote of geregistreerde partner eveneens moeder van het kind als de voornoemde verklaring wordt overgelegd bij de aangifte van de geboorte van het kind, zelfs indien de vrouw uit wie het kind is geboren was hertrouwd of een nieuw partnerschap had laten registreren;
Dit onderdeel stelt dat een vrouw ook moeder is indien zij op het tijdstip van de geboorte van het kind gehuwd of door een geregistreerd partnerschap verbonden is met de vrouw uit wie het kind is geboren. Dit geldt als het kind is verwekt door kunstmatige donorbevruchting (zoals omschreven in artikel 1, onder c, sub 1, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting) én er een verklaring is overgelegd van de stichting (genoemd in die wet). Uit deze verklaring moet blijken dat de identiteit van de donor onbekend is aan de vrouw bij wie de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden. Deze regel geldt niet (tenzij) wanneer de laatste zin van dit onderdeel (betreffende de situatie na overlijden van de partner) of de eerste zin van artikel 199, onder b, van toepassing is. De verklaring dient bij de aangifte van de geboorte te worden overgelegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en werkt terug tot aan de geboorte van het kind. Als het huwelijk of geregistreerd partnerschap na de kunstmatige donorbevruchting en voor de geboorte van het kind is ontbonden door de dood van de echtgenote of geregistreerde partner van de vrouw uit wie het kind is geboren, dan is de overleden echtgenote of geregistreerde partner eveneens moeder van het kind. Dit is het geval als de voornoemde verklaring wordt overgelegd bij de aangifte van de geboorte van het kind, zelfs indien de vrouw uit wie het kind is geboren was hertrouwd of een nieuw partnerschap had laten registreren.
c. die het kind heeft erkend;
Dit betekent dat de vrouw die het kind formeel heeft erkend, de moeder is.
d. wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld; of
Dit betekent dat de vrouw van wie het ouderschap door een rechterlijke uitspraak (gerechtelijk) is vastgesteld, de moeder is; of
e. die het kind heeft geadopteerd.
Dit betekent dat de vrouw die het kind heeft geadopteerd, de moeder is.
2. De vrouw uit wie het kind is geboren kan, indien zij op het tijdstip van de kunstmatige donorbevruchting was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenote of geregistreerde partner sedert dat tijdstip gescheiden hebben geleefd, binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat haar overleden echtgenote of geregistreerde partner niet de moeder is van het kind, bedoeld in het eerste lid, onder b, van welke verklaring een akte wordt opgemaakt; was de vrouw uit wie het kind is geboren op het tijdstip van de geboorte hertrouwd of had zij een nieuw partnerschap laten registreren dan is in dat geval de huidige echtgenoot of geregistreerd partner de ouder van het kind.
Dit lid stelt dat de vrouw uit wie het kind is geboren een verklaring kan afleggen. Indien zij op het tijdstip van de kunstmatige donorbevruchting was gescheiden van tafel en bed of indien zij en haar echtgenote of geregistreerde partner sedert dat tijdstip gescheiden hebben geleefd, kan zij binnen een jaar na de geboorte van het kind ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat haar overleden echtgenote of geregistreerde partner niet de moeder is van het kind (zoals bedoeld in het eerste lid, onder b). Van deze verklaring wordt een akte opgemaakt. Indien de vrouw uit wie het kind is geboren op het tijdstip van de geboorte hertrouwd was of een nieuw partnerschap had laten registreren, dan is in dat geval de huidige echtgenoot of geregistreerd partner de ouder van het kind.