Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 6. Financiële bepalingen
Afdeling 6.1. Tegemoetkoming in schade
§ 6.1.3. De behandeling en beoordeling van de aanvraag
Artikel 6.1.3.4

Artikel 6.1.3.4

Laatste versie

1. De adviseur betrekt in zijn onderzoek in ieder geval:

a. de vraag of de door de aanvrager in zijn aanvraag gestelde schade een gevolg is of zal zijn van de in de aanvraag aangeduide schadeoorzaak; b. de omvang van de schade, bedoeld onder a; c. de vraag of deze schade redelijkerwijs geheel of gedeeltelijk ten laste van de benadeelde behoort te blijven, zulks met inachtneming van de artikelen 6.1, eerste lid, 6.2 en 6.3 van de wet.

2. De adviseur adviseert het bestuursorgaan over de hoogte van de toe te kennen tegemoetkoming en doet, indien het bestuursorgaan een daartoe strekkend verzoek heeft gedaan, voorstellen voor maatregelen of voorzieningen waardoor de schade, anders dan door een tegemoetkoming in geld, kan worden beperkt of ongedaan gemaakt. Heeft een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, van de wet voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan wordt dit voordeel bij het advies over de te vergoeden schade in aanmerking genomen.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]