Artikel 40a
De patiënt ten aanzien van wie een beslissing wordt genomen waartegen op grond van artikel 41, eerste lid, een klacht kan worden ingediend, wordt door de zorg van de geneesheer-directeur schriftelijk geïnformeerd over de gronden waarop de beslissing berust, over de mogelijkheid de patiëntenvertrouwenspersoon in te schakelen en over de mogelijkheid gebruik te maken van de artikelen 41 tot en met 41b.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:2370 - Wet Bopz: Formeel gebrek in kennisgeving dwangbehandeling schaadt belang patiënt - 13 oktober 2016
Het niet vermelden van de (zo kort mogelijke) duur van een dwangbehandeling in de schriftelijke kennisgeving (art. 38c lid 2 Wet Bopz) is een formeel gebrek. Dit schaadt het belang van de patiënt, die recht heeft op zekerheid over de voorgenomen duur van de ingrijpende behandeling.
ECLI:NL:HR:2018:1724 - Wet Bopz: Dwangbehandeling bij overplaatsing vereist nieuwe, afzonderlijke beslissing - 20 september 2018
Bij overplaatsing van een patiënt naar een ander ziekenhuis moet de behandelaar aldaar opnieuw beoordelen of dwangbehandeling noodzakelijk is. Een 'zorgcarrousel' waarbij een eerder besluit wordt voortgezet is, zonder een nieuwe schriftelijke beslissing conform art. 38c lid 2 Wet Bopz, niet toegestaan.
ECLI:NL:HR:2016:2350 - Strikte handhaving schriftelijkheidsvereiste bij beperking bewegingsvrijheid onder de Wet Bopz - 13 oktober 2016
De Hoge Raad oordeelt dat aan het schriftelijkheidsvereiste van artikel 40a Wet Bopz strikt de hand moet worden gehouden. Een beslissing tot beperking van bewegingsvrijheid moet schriftelijk worden gemotiveerd, ook als de betrokkene de feitelijke gronden kent en rechtsbijstand heeft ingeschakeld.
ECLI:NL:HR:2012:BY2000 - Wet Bopz: kamerprogramma is geen separatie, maar vereist wel schriftelijke motivering - 1 november 2012
Een 'kamerprogramma' is geen middel of maatregel in de zin van artikel 39 Wet Bopz, zoals separatie. Wanneer het echter wordt aangemerkt als dwangbehandeling (art. 38c Wet Bopz), is een schriftelijke, gemotiveerde beslissing aan de patiënt vereist op grond van artikel 40a Wet Bopz.
ECLI:NL:HR:2017:690 - Hoge Raad - 13 april 2017
ECLI:NL:HR:2010:BK5992 - Bopz-klacht: gegronde klacht bij klachtencommissie staat niet meer open voor rechter - 28 januari 2010
Indien de klachtencommissie van een psychiatrisch ziekenhuis een klacht op grond van de Wet Bopz gegrond heeft verklaard, is de klachtzaak geëindigd. De rechtbank kan hierover niet opnieuw oordelen en moet de klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek betreffende die specifieke klacht.