Artikel 5
1. Er worden zodanige maatregelen of voorzieningen getroffen dat uitsluitend beelden van openbare plaatsen als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties geraadpleegd kunnen worden.
2. Er worden zodanige maatregelen of voorzieningen getroffen dat geen afbeeldingen van inzittenden van passerende voertuigen en andere personen geraadpleegd kunnen worden.
3. Deze maatregelen en voorzieningen houden in ieder geval in dat camera’s zodanig worden gericht en afgesteld dat zo veel mogelijk wordt voorkomen dat niet-openbare plaatsen of personen herkenbaar op de foto-opname van het voertuig voorkomen.
4. De geautoriseerde opsporingsambtenaar controleert de foto van het voertuig alvorens deze te verstrekken aan een opsporingsambtenaar die een verzoek als bedoeld in artikel 7 heeft gedaan. Indien op de foto niet-openbare plaatsen of personen herkenbaar voorkomen, worden deze door de geautoriseerde opsporingsambtenaar van de foto verwijderd dan wel onherkenbaar gemaakt.