Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Soorten
Titel 3.3. Middelen voor het vangen en doden van dieren
§ 3.3.2. Verboden middelen buiten gebouwen, behoudens ontheffing, vrijstelling of opdracht
Artikel 3.10

Artikel 3.10

Laatste versie

Als middelen als bedoeld in artikel 3.24, tweede lid, van de wet worden aangewezen: a. hagelpatronen die metallisch lood bevatten; b. klemmen, met uitzondering van klemmen:

1°. uitsluitend geschikt en bestemd voor het vangen en doden van mollen, zwarte ratten, bruine ratten, huismuizen, en 2°. die gebruikt worden bij het voorkomen van schade aan waterstaatswerken, veroorzaakt door muskus- en beverratten, ter uitvoering van artikel 3.2a van de Waterwet, door personen die in dienst zijn of handelen in opdracht van een waterschap en die aantoonbaar de nodige kennis en vaardigheden bezitten om deze taak doeltreffend uit te voeren;

c. vallen, met uitzondering van kastvallen; d. strikken; e. vangkooien, met uitzondering van vangkooien geschikt en bestemd voor het vangen van verwilderde katten en verwilderde duiven binnen de bebouwde kom; f. lijm; g. netten, geschikt en bestemd om te worden gebruikt voor het vangen van vogels, en h. rodenators.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]