Artikel 2.2
Artikel 2.1 is niet van toepassing op: a. gebouwen waarvoor geen energie gebruikt wordt om het binnenklimaat te regelen; b. rijksmonumenten als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, monumenten waarvoor het ontwerpbesluit, bedoeld in artikel 3.2, vierde lid, van de Erfgoedwet, ter inzage is gelegd, vanaf de dag van die ter inzagelegging tot het moment van inschrijving in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 1.1 van die wet, of het moment waarop vaststaat dat het monument niet wordt ingeschreven in dat register, krachtens een provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen monumenten en monumenten waarop, voordat zij zijn aangewezen, een zodanige verordening van overeenkomstige toepassing is; c. gebouwen die worden gebruikt voor erediensten en religieuze activiteiten; d. gebouwen die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het bedrijfsmatig bewerken of opslaan van materialen en goederen, of voor agrarische doeleinden, en die een lage energiebehoefte hebben; e. gebouwen die ten hoogste twee jaar worden gebruikt; f. voor bewoning bestemde gebouwen die minder dan vier maanden per jaar worden gebruikt, en met een verwacht energieverbruik van minder dan 25% van het energieverbruik bij permanent gebruik; g. alleenstaande gebouwen met een gebruiksoppervlakte van minder dan 50 m2 en h. gebouwen die bij minnelijke overeenkomst als bedoeld in artikel 17 van de Onteigeningswet worden verkregen en, met het oog op de uitvoering van het werk waarmee die verkrijging verband houdt, zullen worden gesloopt.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2024]