Artikel 5
1. Onverminderd artikel 50 van de wet, zijn als middelen als bedoeld in artikel 72, eerste lid, van de wet waarmee dieren mogen worden gevangen of gedood aangewezen:
a. geweren; b. honden, niet zijnde lange honden; c. jachtvogels; d. fretten; e. kastvallen; f. vangkooien; g. klemmen, niet zijnde pootklemmen; h. buidels; i. lokvogels, mits niet blind of verminkt; j. kunstmatige lichtbronnen; k. middelen die krachtens de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn toegelaten of vrijgesteld, en l. rodenators.
2. Als middelen, bedoeld in artikel 72, tweede lid, van de wet, waarmee de zwarte rat, de bruine rat en de huismuis mogen worden bestreden, zijn aangewezen de middelen genoemd in de onderdelen a, b, e en g van het eerste lid.
3. De middelen, genoemd in het eerste lid, onderdelen e, f en j, mogen niet worden gebruikt voor het doden of vangen van:
a. vogels als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de wet, en b. dieren die behoren tot de soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, of in bijlage V, onderdeel a, bij richtlijn 92/43/EEG.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2017]