Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk VIIIA. Bestuurlijke boeten
Afdeling 1. Overtredingen
Paragraaf 2. Vergrijpboeten
Artikel 67f

Artikel 67f

Laatste versie

1. Indien het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige is te wijten dat belasting welke op aangifte moet worden voldaan of afgedragen niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de in de belastingwet gestelde termijn is betaald, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste 100 percent van de in het tweede lid omschreven grondslag voor de boete.

2. De grondslag voor de boete wordt gevormd door het bedrag van de belasting dat niet of niet tijdig is betaald, voor zover dat bedrag als gevolg van de opzet of de grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige niet of niet tijdig is betaald.

3. Bij niet of gedeeltelijk niet betalen legt de inspecteur de boete op, gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag.

4. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens niet tijdig betalen, vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.

5. Artikel 67e, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

6. Artikel 20, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad161x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:638 - Fraus Legis bij Winstdrainage: Grenzen aan Renteaftrek na Bosal-arrest - 20 april 2017

ECLI:NL:HR:2017:63820 april 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat renteaftrek via een gekunstelde leningstructuur in strijd is met doel en strekking van de wet (fraus legis), maar slechts voor zover de rente wordt afgezet tegen "gekochte winsten" van vóór de overname. Een objectief pleitbaar standpunt sluit een vergrijpboete uit.

BelastingrechtVennootschapsbelasting, Procesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad152x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC1962 - Hoge Raad - 17 januari 2008

ECLI:NL:HR:2008:BC196217 januari 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad83x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH2586 - Hoge Raad - 12 februari 2009

ECLI:NL:HR:2009:BH258612 februari 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:736 - Parket bij de Hoge Raad - 4 juli 2024

ECLI:NL:PHR:2024:7364 juli 2024Dit wetsartikel wordt 19 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad35x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:492 - Geen plicht overleggen aanslagbiljet; strenge eisen aan bewijs opzet bij betaalverzuimboete - 30 maart 2023

ECLI:NL:HR:2023:49230 maart 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De inspecteur is niet verplicht het verzonden aanslagbiljet over te leggen (art. 8:42 Awb). De omvang van de niet-betaalde belasting is op zichzelf onvoldoende om (voorwaardelijk) opzet voor een vergrijpboete ex art. 67f AWR te bewijzen.

BelastingrechtBtw, Fiscaal Strafrecht, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1360 - Grove schuld werknemer niet automatisch toegerekend aan de rechtspersoon - 28 mei 2015

ECLI:NL:HR:2015:136028 mei 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Het enkele feit dat een gedraging van een werknemer aan een rechtspersoon wordt toegerekend, betekent niet dat diens grove schuld ook automatisch aan de rechtspersoon kan worden toegerekend. Of de rechtspersoon een verwijt treft, moet worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval.

Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2024:1422 - Geen vergrijpboete bij onterechte BPM-teruggaaf aan niet-belastingplichtige - 10 oktober 2024

ECLI:NL:HR:2024:142210 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt ambtshalve dat artikel 67f AWR geen wettelijke grondslag biedt voor een vergrijpboete aan een persoon die geen belastingplichtige is en ten onrechte een BPM-teruggaaf heeft ontvangen. De boetebepaling is beperkt tot de oorspronkelijke belasting- of inhoudingsplichtige die de belasting heeft voldaan.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad30x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1150 - Informatiebeschikking en reikwijdte omkering bewijslast: een temporele beperking - 8 september 2022

ECLI:NL:HR:2022:11508 september 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De omkering van de bewijslast door een informatiebeschikking geldt alleen voor de periode waarop het informatieverzoek ziet. Voor zover de naheffingsaanslag een langere periode beslaat, gelden de normale bewijsregels. De rechter moet dit ambtshalve toetsen, ook als partijen het eens zijn.

BelastingrechtAccijns, Procesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3117 - Vergrijpboete en zesmaandsfictie: de reikwijdte van wettelijke vermoedens bij fiscale boeten - 6 november 2014

ECLI:NL:HR:2014:31176 november 2014Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De zesmaandsfictie van artikel 30a Wet LB 1964, die voor de naheffing van loonheffing van toepassing is, mag niet zonder meer worden doorgetrokken naar de vergrijpboete. Voor het opleggen van een boete moet de inspecteur afzonderlijk en per tijdvak bewijzen dat er sprake was van opzet.

BelastingrechtFiscaal Strafrecht, Loonbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:2020 - Pleitbaar standpunt sluit niet automatisch de gehele verzuimboete uit - 19 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:202019 december 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een beroep op een pleitbaar standpunt kan een verzuimboete uitsluiten, maar alleen voor het deel van de naheffing waarop het standpunt daadwerkelijk betrekking heeft. Als de pleitbaarheid slechts een deel van de verschuldigde belasting betreft, blijft de boete voor het resterende onbetaalde deel in stand.