Artikel 67f
1. Indien het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige is te wijten dat belasting welke op aangifte moet worden voldaan of afgedragen niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de in de belastingwet gestelde termijn is betaald, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste 100 percent van de in het tweede lid omschreven grondslag voor de boete.
2. De grondslag voor de boete wordt gevormd door het bedrag van de belasting dat niet of niet tijdig is betaald, voor zover dat bedrag als gevolg van de opzet of de grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige niet of niet tijdig is betaald.
3. Bij niet of gedeeltelijk niet betalen legt de inspecteur de boete op, gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag.
4. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens niet tijdig betalen, vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.
5. Artikel 67e, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
6. Artikel 20, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:638 - Fraus Legis bij Winstdrainage: Grenzen aan Renteaftrek na Bosal-arrest
De Hoge Raad oordeelt dat renteaftrek via een gekunstelde leningstructuur in strijd is met doel en strekking van de wet (fraus legis), maar slechts voor zover de rente wordt afgezet tegen "gekochte winsten" van vóór de overname. Een objectief pleitbaar standpunt sluit een vergrijpboete uit.
ECLI:NL:HR:2008:BC1962
ECLI:NL:HR:2009:BH2586
ECLI:NL:HR:2023:492 - Geen plicht overleggen aanslagbiljet; strenge eisen aan bewijs opzet bij betaalverzuimboete
De inspecteur is niet verplicht het verzonden aanslagbiljet over te leggen (art. 8:42 Awb). De omvang van de niet-betaalde belasting is op zichzelf onvoldoende om (voorwaardelijk) opzet voor een vergrijpboete ex art. 67f AWR te bewijzen.
ECLI:NL:HR:2022:1150 - Informatiebeschikking en reikwijdte omkering bewijslast: een temporele beperking
De omkering van de bewijslast door een informatiebeschikking geldt alleen voor de periode waarop het informatieverzoek ziet. Voor zover de naheffingsaanslag een langere periode beslaat, gelden de normale bewijsregels. De rechter moet dit ambtshalve toetsen, ook als partijen het eens zijn.
ECLI:NL:HR:2015:1360
ECLI:NL:HR:2019:2020
ECLI:NL:HR:2017:2542 - Bezwaarschrift tegen belastingaanslag is geen geschrift met bewijsbestemming
Een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag heeft als zodanig geen bewijsbestemming in de zin van art. 225 Sr. Het valselijk opmaken hiervan, zelfs door te verwijzen naar een onjuiste aangifte, levert daarom geen valsheid in geschrifte op.
ECLI:NL:HR:2014:3117
ECLI:NL:HR:2021:1351 - Suppletieplicht versus nemo-tenetur: verplichte melding mag geen bewijs zijn voor boete
De verplichting tot het doen van een suppletieaangifte (art. 10a AWR) schendt het nemo-teneturbeginsel niet. Echter, de via deze suppletie verkregen informatie is wilsafhankelijk en mag niet worden gebruikt als bewijs voor het opleggen van een boete over de oorspronkelijke onjuiste aangifte.