Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk VIIIA. Bestuurlijke boeten
Afdeling 1. Overtredingen
Paragraaf 2. Vergrijpboeten
Artikel 67e

Artikel 67e

Laatste versie

1. Indien het met betrekking tot een belasting welke bij wege van aanslag wordt geheven aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem, gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag, een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste 100 percent van de in het tweede lid omschreven grondslag voor de boete.

2. De grondslag voor de boete wordt gevormd door:

a. het bedrag van de navorderingsaanslag, dan wel b. indien verliezen in aanmerking zijn of worden genomen, het bedrag waarop de navorderingsaanslag zou zijn berekend zonder rekening te houden met die verliezen;een en ander voor zover dat bedrag als gevolg van de opzet of de grove schuld van de belastingplichtige niet zou zijn geheven.

3. De inspecteur kan, in afwijking van het eerste lid, binnen zes maanden na de vaststelling van de navorderingsaanslag, een bestuurlijke boete opleggen indien de feiten of omstandigheden op grond waarvan wordt nagevorderd eerst bekend worden op of na het tijdstip dat is gelegen zes maanden vóór de afloop van de in artikel 16 bedoelde termijnen, en er tevens aanwijzingen bestaan dat het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven. Alsdan doet de inspecteur gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag mededeling aan de belastingplichtige dat wordt onderzocht of in verband met de navordering het opleggen van een vergrijpboete gerechtvaardigd is.

4. Indien verliezen in aanmerking zijn of worden genomen en als gevolg daarvan geen navorderingsaanslag kan worden vastgesteld, kan de inspecteur de boete, bedoeld in het eerste lid, niettemin opleggen. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete vervalt door verloop van de termijn die geldt voor het vaststellen van de navorderingsaanslag, die zou kunnen zijn vastgesteld indien geen verliezen in aanmerking zouden zijn genomen.

5. Voor de toepassing van het tweede en vierde lid wordt met verliezen gelijkgesteld de persoonsgebonden aftrek, bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001.

6. Voor zover de navorderingsaanslag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op belastbaar inkomen als bedoeld in artikel 5.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, bedraagt de boete, in zoverre in afwijking van het eerste lid, ten hoogste 300 percent van de daarover verschuldigde belasting zoals deze bij de navorderingsaanslag is vastgesteld.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad314x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:526

ECLI:NL:HR:2022:5268 april 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad266x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:63

ECLI:NL:HR:2013:6328 juni 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtFiscaal Strafrecht, Procesrecht Belastingen, Inkomstenbelasting, Vermogensbelasting
BestuursrechtBestuursstrafrecht
Hoge Raad157x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:638 - Fraus Legis bij Winstdrainage: Grenzen aan Renteaftrek na Bosal-arrest

ECLI:NL:HR:2017:63821 april 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat renteaftrek via een gekunstelde leningstructuur in strijd is met doel en strekking van de wet (fraus legis), maar slechts voor zover de rente wordt afgezet tegen "gekochte winsten" van vóór de overname. Een objectief pleitbaar standpunt sluit een vergrijpboete uit.

BelastingrechtVennootschapsbelasting, Procesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad152x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC1962

ECLI:NL:HR:2008:BC196218 januari 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad150x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BA8179

ECLI:NL:HR:2008:BA817921 maart 2008Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtFiscaal Strafrecht, Vermogensbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Hoge Raad81x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BO5989

ECLI:NL:HR:2010:BO59893 december 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad61x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:97

ECLI:NL:HR:2023:973 februari 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad51x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:26 - Hoge Raad: Criteria voor winstuitdeling bij DGA-lening en grenzen horizontaal toezicht

ECLI:NL:HR:2023:2613 januari 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt wanneer een lening aan een aandeelhouder een onttrekking en winstuitdeling vormt. Hij onderscheidt onttrekking bij verstrekking en onttrekking door later prijsgeven van rechten, en herhaalt de vereisten van bevoordelingsbedoeling en dubbele bewustheid. Horizontaal toezicht schept geen algemeen vertrouwen tegen navordering.

BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen, Fiscaal Strafrecht
Hoge Raad42x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1268

ECLI:NL:HR:2016:126824 juni 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad40x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:254

ECLI:NL:HR:2020:25428 februari 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak