Artikel 67b
1. Indien de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige de aangifte voor een belasting welke op aangifte moet worden voldaan of afgedragen niet, dan wel niet binnen de in artikel 10 bedoelde termijn heeft gedaan, vormt dit een verzuim ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete van ten hoogste € 165 kan opleggen.
2. Indien de inhoudingsplichtige de aangifte loonbelasting niet, niet binnen de in artikel 10 bedoelde termijn, dan wel onjuist of onvolledig heeft gedaan, vormt dit, in afwijking van het eerste lid, een verzuim terzake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete van ten hoogste € 1.675 kan opleggen.
3. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens het niet dan wel niet tijdig doen van de aangifte vervalt door verloop van een jaar na het einde van de termijn waarbinnen de aangifte had moeten worden gedaan. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens het doen van een onjuiste of onvolledige aangifte vervalt door verloop van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar van het aangiftetijdvak waarop de aangifte betrekking heeft.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:364 - Vervolging bestuurder na boete aan BV: geen schending una via-beginsel
Een bestuurlijke boete opgelegd aan een rechtspersoon staat de strafrechtelijke vervolging van de feitelijk leidinggever niet in de weg. Voor het una via-beginsel zijn de rechtspersoon en de natuurlijke persoon (bestuurder) niet 'dezelfde persoon' in de zin van art. 243 Sv.