Artikel 29
Op de behandeling van het beroep in cassatie zijn afdeling 8.1.2b, de artikelen 8:14 tot en met 8:25, 8:27 tot en met 8:29, 8:31 tot en met 8:40, 8:41, met uitzondering van het tweede lid, 8:41a, 8:43 tot en met 8:45, 8:52, 8:53, 8:59, 8:60, 8:61, 8:63, 8:64, 8:65, eerste en tweede lid, 8:70, 8:71, 8:72a, 8:75 tot en met 8:79, 8:109, 8:110, derde en vijfde lid, 8:111, 8:112, 8:113, tweede lid, en 8:114 en de titels 8.4 en 8.6 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing, voor zover in deze afdeling niet anders is bepaald.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:752 - Interne compensatie, redelijke termijn en discriminerende proceskostenvergoeding in BPM-zaak - 26 mei 2022
Interne compensatie is toegestaan, ook als dit een op Unierecht gebaseerde vordering tenietdoet. De coronapandemie rechtvaardigt niet zonder meer verlenging van de redelijke termijn. Een lagere proceskostenvergoeding voor BPM-zaken is in strijd met het discriminatieverbod en moet buiten toepassing blijven.
ECLI:NL:HR:2019:1579 - Pleitbaar standpunt bij BPM-aangifte en de verzuimboete - 10 oktober 2019
Een belastingplichtige heeft een pleitbaar standpunt indien zijn uitleg van het Unierecht, naar objectieve maatstaven gemeten, juridisch verdedigbaar is. De rechter moet dit zelfstandig onderzoeken. Een geslaagd beroep hierop leidt tot vernietiging van de verzuimboete, ook als de materiële belastingaanslag in stand blijft.