Artikel 26
1. In afwijking van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen een ingevolge de belastingwet genomen besluit slechts beroep bij de bestuursrechter worden ingesteld, indien het betreft:
a. een belastingaanslag, daaronder begrepen de in artikel 15 voorgeschreven verrekening, of b. een voor bezwaar vatbare beschikking.
2. De voldoening of afdracht op aangifte, dan wel de inhouding door een inhoudingsplichtige, van een bedrag als belasting wordt voor de mogelijkheid van beroep gelijkgesteld met een voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur. De wettelijke voorschriften inzake bezwaar en beroep tegen zodanige beschikking zijn van overeenkomstige toepassing, voorzover de aard van de voldoening, de afdracht of de inhouding zich daartegen niet verzet.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:252 - Overzichtsarrest immateriële schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn in belastingzaken
De Hoge Raad geeft een integraal overzicht van de regels voor de toekenning van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken. Het arrest consolideert en verduidelijkt bestaande jurisprudentie en introduceert enkele nieuwe oordelen.
ECLI:NL:HR:2024:853 - Hoge Raad verhoogt drempel financieel belang voor vergoeding bij procesvertraging
De Hoge Raad verhoogt de grens voor het financieel belang in belastingzaken van € 15 naar € 1.000 om strategisch procederen voor een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn tegen te gaan. Er is nu een gedifferentieerde regeling.
ECLI:NL:HR:2014:3603
ECLI:NL:HR:2013:1797
ECLI:NL:HR:2012:BT1516
ECLI:NL:HR:2022:1277 - BPM-leeftijdskorting en proceskosten: geen vergoeding bij eigen keuze voor latere tenaamstelling
De verplichting om BPM vooruit te betalen is niet in strijd met het Unierecht. Een belastingplichtige die een extra leeftijdskorting krijgt na bezwaar, heeft geen recht op proceskostenvergoeding als de latere tenaamstelling een eigen keuze was en niet aan de overheid te wijten is.