Artikel 10a
1. In bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen kunnen belastingplichtigen of inhoudingsplichtigen worden gehouden de inspecteur eigener beweging mededeling te doen van onjuistheden of onvolledigheden in voor de belastingheffing van belang zijnde gegevens en inlichtingen die hun bekend zijn of zijn geworden.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het uiterste tijdstip en de wijze waarop mededeling als bedoeld in het eerste lid gedaan moet worden.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kan het niet nakomen van de in het eerste en tweede lid bedoelde verplichting worden aangemerkt als een overtreding. Indien het niet nakomen van die verplichting is te wijten aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of inhoudingsplichtige, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste 100 percent van het bedrag aan belasting dat als gevolg van het niet nakomen van de in het eerste en tweede lid bedoelde verplichting niet is of zou zijn geheven.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:1351 - Suppletieplicht versus nemo-tenetur: verplichte melding mag geen bewijs zijn voor boete
De verplichting tot het doen van een suppletieaangifte (art. 10a AWR) schendt het nemo-teneturbeginsel niet. Echter, de via deze suppletie verkregen informatie is wilsafhankelijk en mag niet worden gebruikt als bewijs voor het opleggen van een boete over de oorspronkelijke onjuiste aangifte.
ECLI:NL:HR:2021:704
ECLI:NL:HR:2023:491
ECLI:NL:HR:2022:301 - Naheffing btw mogelijk na vervallen voorwaarden voor belaste levering onroerende zaak
De inspecteur mag btw naheffen via artikel 20 AWR als achteraf blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor een belaste levering van een onroerende zaak. Het ontbreken van een specifieke aangifteplicht voor deze herziening staat hier niet aan in de weg.