Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk I. Algemeene bepalingen
§ 6. De beperkingen van het auteursrecht
Artikel 25

Artikel 25

Laatste versie

1. De maker van een werk heeft, zelfs nadat hij zijn auteursrecht heeft overgedragen, de volgende rechten:

a. het recht zich te verzetten tegen openbaarmaking van het werk zonder vermelding van zijn naam of andere aanduiding als maker, tenzij het verzet zou zijn in strijd met de redelijkheid; b. het recht zich te verzetten tegen de openbaarmaking van het werk onder een andere naam dan de zijne, alsmede tegen het aanbrengen van enige wijziging in de benaming van het werk of in de aanduiding van de maker, voor zover deze op of in het werk voorkomen, dan wel in verband daarmede zijn openbaar gemaakt; c. het recht zich te verzetten tegen elke andere wijziging in het werk, tenzij deze wijziging van zodanige aard is, dat het verzet zou zijn in strijd met de redelijkheid; d. het recht zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanigheid.

2. De in het eerste lid genoemde rechten komen, na het overlijden van de maker tot aan het vervallen van het auteursrecht, toe aan de door de maker bij uiterste wilsbeschikking aangewezene.

3. Van het recht, in het eerste lid, onder a genoemd kan afstand worden gedaan. Van de rechten onder b en c genoemd kan afstand worden gedaan voor zover het wijzigingen in het werk of in de benaming daarvan betreft.

4. Heeft de maker van het werk het auteursrecht overgedragen dan blijft hij bevoegd in het werk zodanige wijzigingen aan te brengen als hem naar de regels van het maatschappelijk verkeer te goeder trouw vrijstaan. Zolang het auteursrecht voortduurt komt gelijke bevoegdheid toe aan de door de maker bij uiterste wilsbeschikking aangewezene, als redelijkerwijs aannemelijk is, dat ook de maker die wijzigingen zou hebben goedgekeurd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad88x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY1529

ECLI:NL:HR:2013:BY152922 februari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad46x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY1533

ECLI:NL:HR:2013:BY153312 april 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Europees Civiel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:451 - Architectenrecht: de grenzen van persoonlijkheidsrechten bij wijziging en de rol van reputatieschade.

ECLI:NL:HR:2019:45129 maart 2019Dit wetsartikel wordt 36 keer genoemd in deze uitspraak

Dit arrest verduidelijkt het onderscheid tussen persoonlijkheidsrechten bij wijziging (art. 25 lid 1 sub c Aw) en aantasting (sub d). Voor aantasting is objectief vastgestelde, mogelijke reputatieschade een vereiste, zonder verdere belangenafweging. Bij overige wijzigingen geldt een redelijkheidstoets, waarbij eigenaarsbelangen zwaarder kunnen wegen.

Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AN7830

ECLI:NL:HR:2004:AN78306 februari 2004Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1995:ZC1845

ECLI:NL:HR:1995:ZC184520 oktober 1995Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht