Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.1. Algemene bepalingen over het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.1.7. Verzending van stukken
Artikel 8:37

Artikel 8:37 (Verzending stukken griffier bestuursrechter)

Laatste versie

1. Oproepingen, de uitnodiging om op een zitting van de bestuursrechter te verschijnen, de uitnodiging om te verklaren of van het recht ter zitting te worden gehoord gebruik wordt gemaakt, alsmede de verzending van een afschrift van de uitspraak en van het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak aan een geadresseerde voor wie de verplichting tot digitaal procederen als bedoeld in artikel 8:36a niet geldt en die niet digitaal procedeert, geschieden door de griffier bij aangetekende brief, tenzij de bestuursrechter anders bepaalt.

2. Voor het overige geschiedt de verzending van stukken aan geadresseerden als bedoeld in het eerste lid door de griffier bij gewone brief, tenzij de bestuursrechter anders bepaalt.

3. In een brief wordt de datum van verzending vermeld.

Uitleg in duidelijke taal

1. Oproepingen, de uitnodiging om op een zitting van de bestuursrechter te verschijnen, de uitnodiging om te verklaren of van het recht ter zitting te worden gehoord gebruik wordt gemaakt, alsmede de verzending van een afschrift van de uitspraak en van het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak aan een geadresseerde voor wie de verplichting tot digitaal procederen als bedoeld in artikel 8:36a niet geldt en die niet digitaal procedeert, geschieden door de griffier bij aangetekende brief, tenzij de bestuursrechter anders bepaalt.

Dit lid specificeert dat bepaalde documenten door de griffier per aangetekende brief moeten worden verzonden. Deze documenten zijn: oproepingen, de uitnodiging om op een zitting van de bestuursrechter te verschijnen, de uitnodiging om te verklaren of men gebruikmaakt van het recht om ter zitting te worden gehoord, alsmede de verzending van een afschrift van de uitspraak en van het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak. Deze verzendmethode geldt specifiek voor een geadresseerde voor wie de verplichting tot digitaal procederen, zoals omschreven in artikel 8:36a, niet van toepassing is en die ook daadwerkelijk niet digitaal procedeert. De bestuursrechter kan echter een afwijkende beslissing nemen over de wijze van verzending.

2. Voor het overige geschiedt de verzending van stukken aan geadresseerden als bedoeld in het eerste lid door de griffier bij gewone brief, tenzij de bestuursrechter anders bepaalt.

Dit lid bepaalt dat de verzending van alle andere stukken dan die genoemd in het eerste lid, aan de geadresseerden die in het eerste lid zijn omschreven, door de griffier plaatsvindt via een gewone brief. Een uitzondering hierop is mogelijk indien de bestuursrechter anders beslist.

3. In een brief wordt de datum van verzending vermeld.

Dit lid schrijft voor dat op een brief de datum waarop deze is verzonden, moet worden vermeld.