Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen over besluiten
Titel 4.5. Nadeelcompensatie
Artikel 4:131

Artikel 4:131 (Verjaringstermijnen aanvraag nadeelcompensatie)

Laatste versie

1. Het bestuursorgaan kan de aanvraag afwijzen indien op het tijdstip van de aanvraag vijf jaren zijn verstreken na aanvang van de dag na die waarop de benadeelde bekend is geworden zowel met de schade als met het voor de schadeveroorzakende gebeurtenis verantwoordelijke bestuursorgaan, en in ieder geval na verloop van twintig jaren nadat de schade is veroorzaakt.

2. Indien een aanvraag betrekking heeft op schade veroorzaakt door een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, vangt de termijn van vijf jaren niet aan voordat dit besluit onherroepelijk is geworden.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bestuursorgaan kan de aanvraag afwijzen indien op het tijdstip van de aanvraag vijf jaren zijn verstreken na aanvang van de dag na die waarop de benadeelde bekend is geworden zowel met de schade als met het voor de schadeveroorzakende gebeurtenis verantwoordelijke bestuursorgaan, en in ieder geval na verloop van twintig jaren nadat de schade is veroorzaakt.

Dit betekent dat het bestuursorgaan de bevoegdheid heeft om een aanvraag voor nadeelcompensatie af te wijzen als er op het moment van de aanvraag vijf jaren voorbij zijn. Deze termijn van vijf jaar begint te lopen vanaf de dag nadat de benadeelde op de hoogte is geraakt van zowel de schade als het bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor de gebeurtenis die de schade heeft veroorzaakt. De aanvraag kan in ieder geval ook worden afgewezen als er twintig jaren zijn verstreken sinds de schade is veroorzaakt.

2. Indien een aanvraag betrekking heeft op schade veroorzaakt door een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, vangt de termijn van vijf jaren niet aan voordat dit besluit onherroepelijk is geworden.

Dit houdt in dat wanneer een aanvraag om nadeelcompensatie betrekking heeft op schade die is veroorzaakt door een besluit waartegen beroep mogelijk is, de termijn van vijf jaar pas begint te lopen nadat dit besluit definitief is geworden en niet langer vatbaar is voor beroep (onherroepelijk is geworden).