Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen over besluiten
Titel 4.4. Bestuursrechtelijke geldschulden
Afdeling 4.4.4. Aanmaning en invordering bij dwangbevel
Paragraaf 4.4.4.1. De aanmaning
Artikel 4:112

Artikel 4:112 (Aanmaning: termijn, inhoud, afwijkingsmogelijkheid)

Laatste versie

1. Het bestuursorgaan maant de schuldenaar die in verzuim is schriftelijk aan tot betaling binnen twee weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de aanmaning is toegezonden.

2. Bij wettelijk voorschrift kan een andere termijn worden vastgesteld.

3. De aanmaning vermeldt dat bij niet tijdige betaling deze kan worden afgedwongen door op kosten van de schuldenaar uit te voeren invorderingsmaatregelen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bestuursorgaan maant de schuldenaar die in verzuim is schriftelijk aan tot betaling binnen twee weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de aanmaning is toegezonden.

Dit betekent dat het bestuursorgaan de schuldenaar die in verzuim is (niet op tijd heeft betaald) schriftelijk maant ... aan (een formele waarschuwing stuurt) om tot betaling over te gaan. Deze betaling moet plaatsvinden binnen twee weken, waarbij deze termijn wordt gerekend vanaf de dag na die waarop de aanmaning is toegezonden.

2. Bij wettelijk voorschrift kan een andere termijn worden vastgesteld.

Dit lid geeft aan dat bij wettelijk voorschrift (dus, in een wet of andere regel) een andere termijn voor betaling kan worden vastgesteld dan de standaardtermijn van twee weken zoals genoemd in het eerste lid.

3. De aanmaning vermeldt dat bij niet tijdige betaling deze kan worden afgedwongen door op kosten van de schuldenaar uit te voeren invorderingsmaatregelen.

In dit lid staat dat de aanmaning vermeldt (moet aangeven) dat indien er sprake is van niet tijdige betaling, de betaling afgedwongen kan worden. Dit afdwingen gebeurt door middel van invorderingsmaatregelen die op kosten van de schuldenaar worden uitgevoerd.