Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 10. Bepalingen over bestuursorganen
Titel 10.1. Mandaat, delegatie en attributie
Afdeling 10.1.1. Mandaat
Artikel 10:9

Artikel 10:9 (Toestaan ondermandaat en toepasselijkheid artikelen)

Laatste versie

1. De mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend.

2. Op ondermandaat zijn de overige artikelen van deze afdeling van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. De mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend.

Dit betekent dat degene die mandaat verleent (de mandaatgever), goedkeuring kan geven (kan toestaan) dat er een ondermandaat wordt verleend.

2. Op ondermandaat zijn de overige artikelen van deze afdeling van overeenkomstige toepassing.

Dit houdt in dat de andere artikelen die tot deze afdeling behoren (de overige artikelen van deze afdeling), ook op eenzelfde wijze (van overeenkomstige toepassing) gelden voor het ondermandaat.