Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk III. Het ouderdomspensioen en de toeslag
§ 3. Vakantie-uitkering
Artikel 31

Artikel 31

Laatste versie

1. Eenmaal per jaar vindt ambtshalve uitbetaling van de vakantie-uitkering plaats.

2. De in het vorige lid bedoelde uitbetaling vindt plaats in de maand mei en omvat de vakantie-uitkering, waarop recht bestond over de periode van twaalf maanden, voorafgaande aan de maand mei.

3. De vakantie-uitkering wordt betaald zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.