Advocatenwet

a. Hij om schrapping heeft verzocht omdat hij niet langer op het tableau wenst ingeschreven te staan of enige betrekking heeft verkregen waarmee het beroep van advocaat onverenigbaar is. In het laatstbedoelde geval kan eveneens de rechtbank in het arrondissement waarin de advocaat kantoor houdt tot schrapping beslissen op requisitoir van het openbaar ministerie, de raad van de orde in het arrondissement gehoord. Van de beslissing tot schrapping wordt door de griffier van de rechtbank kennisgegeven aan de secretaris van de algemene raad met het oog op de verwerking op het tableau;

Dit onderdeel beschrijft dat schrapping plaatsvindt als de advocaat zelf om schrapping heeft gevraagd, omdat hij niet langer ingeschreven wil staan op het tableau, of omdat hij een functie (betrekking) heeft aanvaard die niet samengaat met (onverenigbaar is met) het beroep van advocaat. In die laatste situatie (onverenigbare betrekking) kan ook de rechtbank, in het arrondissement waar de advocaat zijn kantoor heeft, besluiten tot schrapping. Dit gebeurt dan op vordering (requisitoir) van het openbaar ministerie, nadat de raad van de orde in dat arrondissement is gehoord. De griffier van de rechtbank informeert de secretaris van de algemene raad over de beslissing tot schrapping, zodat dit op het tableau kan worden verwerkt.

b. De advocaat is overleden;

Dit onderdeel stelt dat schrapping plaatsvindt als de advocaat is overleden.

c. Hij, hetzij onafgebroken, hetzij met onderbrekingen, gedurende een tijdvak van drie jaar voorwaardelijk als advocaat ingeschreven heeft gestaan:

Dit onderdeel geeft aan dat schrapping plaatsvindt als de advocaat gedurende een periode van drie jaar, onafgebroken of met onderbrekingen, voorwaardelijk als advocaat ingeschreven heeft gestaan en aan de volgende voorwaarden niet is voldaan:

1°. zonder dat de verklaring bedoeld in artikel 9b, vijfde lid, kan worden overlegd; of

Dit subonderdeel specificeert dat schrapping plaatsvindt als de advocaat, na de voorwaardelijke inschrijving van drie jaar, de verklaring zoals genoemd in artikel 9b, vijfde lid (doorgaans de stageverklaring), niet kan overleggen.

2°. zonder dat het bewijs kan worden overgelegd dat met gunstig gevolg het in artikel 9c bedoelde examen is afgelegd.

Dit subonderdeel specificeert dat schrapping plaatsvindt als de advocaat, na de voorwaardelijke inschrijving van drie jaar, geen bewijs kan overleggen dat hij het examen bedoeld in artikel 9c (doorgaans de beroepsopleiding) met goed gevolg heeft afgelegd.

2. Indien het in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde tijdvak is onderbroken en de verklaring bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, onder 1°, of het onder 2°, bedoelde bewijs niet kan worden overgelegd, kan betrokkene verzoeken om opnieuw gedurende een tijdvak van drie jaar voorwaardelijk als advocaat te worden ingeschreven. Dit verzoek kan worden ingediend na drie jaar na onderbreking van het tijdvak.

Dit lid bepaalt dat als het eerdergenoemde tijdvak van drie jaar voorwaardelijke inschrijving (uit lid 1, onderdeel c) is onderbroken, en de vereiste verklaring (uit lid 1, onderdeel c, sub 1°) of het vereiste bewijs van het examen (uit lid 1, onderdeel c, sub 2°) niet kan worden overgelegd, de betrokkene kan verzoeken om opnieuw voor een periode van drie jaar voorwaardelijk als advocaat te worden ingeschreven. Een dergelijk verzoek kan pas worden ingediend drie jaar nadat het oorspronkelijke tijdvak is onderbroken.

3. Voor voorwaardelijk ingeschreven advocaten die in deeltijd werkzaam zijn, wordt het in de aanhef van het eerste lid, onderdeel c, bedoelde tijdvak naar evenredigheid verlengd, met dien verstande dat deze verlenging niet meer dan drie jaar kan bedragen. Indien de raad op grond van artikel 9b, tweede lid, de stage heeft verlengd, wordt het in de aanhef van het eerste lid, onderdeel c, bedoelde tijdvak verlengd met de in de beslissing opgenomen termijn, met dien verstande dat deze verlenging niet meer dan drie jaar kan bedragen.

Dit lid regelt dat voor voorwaardelijk ingeschreven advocaten die parttime (in deeltijd) werken, het tijdvak van drie jaar (genoemd aan het begin van lid 1, onderdeel c) naar verhouding (naar evenredigheid) wordt verlengd. Deze verlenging mag echter niet meer dan drie jaar zijn. Als de raad van de orde, op basis van artikel 9b, tweede lid, de stageperiode heeft verlengd, wordt het tijdvak van drie jaar (genoemd aan het begin van lid 1, onderdeel c) ook verlengd met de termijn die in die beslissing is vastgesteld, met als maximum eveneens een verlenging van drie jaar.

4. De in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde schrapping geschiedt middels een beschikking van de algemene raad met ingang van een tijdstip dat ten minste twee maanden en ten hoogste zes maanden na de datum van de beschikking gelegen is. Van de beschikking wordt gelijktijdig mededeling gedaan aan de betrokken advocaat, diens patroon, de raad van de orde in het arrondissement waar de advocaat kantoor houdt en aan het openbaar ministerie.

Dit lid bepaalt dat de schrapping die plaatsvindt op grond van lid 1, onderdeel c (het niet voldoen aan de voorwaarden na drie jaar voorwaardelijke inschrijving) gebeurt door middel van een formele beslissing (beschikking) van de algemene raad. Deze schrapping wordt van kracht (gaat in) op een datum die minimaal twee maanden en maximaal zes maanden na de datum van de beschikking ligt. De betrokken advocaat, zijn patroon, de raad van de orde in het arrondissement waar de advocaat kantoor houdt, en het openbaar ministerie worden tegelijkertijd van deze beschikking op de hoogte gesteld (mededeling gedaan).

5. De secretaris van de algemene raad geeft van de schrapping binnen acht dagen kennis aan de algemene raad en de raad van de orde in het arrondissement.

Dit lid stelt dat de secretaris van de algemene raad de algemene raad zelf en de raad van de orde in het betreffende arrondissement binnen acht dagen na de schrapping hiervan op de hoogte moet stellen (kennisgeven).