Terug naar bibliotheek
§ 4. Van de tuchtrechtspraak
Artikel 57

Artikel 57 (Procedure hoger beroep Hof van Discipline)

Laatste versie

1. Het hof van discipline beslist niet dan na verhoor of behoorlijke oproeping daartoe van de klager, de betrokken advocaat en degene die het beroep heeft ingesteld.

2. Op de behandeling in het hoger beroep zijn de artikelen 46ba, 46e, 47a, 48 tot en met 48f en 49 van overeenkomstige toepassing.

3. Het hof van discipline kan de deken en de deken van de algemene raad, voor zover deze klager zijn of het hoger beroep hebben ingesteld, de vooronderzoeker als bedoeld in artikel 46l, alsmede de raad van discipline die de beslissing heeft genomen waartegen het hoger beroep zich richt, uitnodigen nadere inlichtingen te verschaffen.

4. Het hof van discipline onderzoekt op grondslag van de beslissing van de raad van discipline. Het hof kan mede oordelen over feiten die de raad van discipline niet voor een maatregel vatbaar heeft geacht, en kan door de raad van discipline onbewezen geachte feiten onderzoeken.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het hof van discipline beslist niet dan na verhoor of behoorlijke oproeping daartoe van de klager, de betrokken advocaat en degene die het beroep heeft ingesteld.

Dit betekent dat het hof van discipline pas een beslissing neemt nadat de klager, de betrokken advocaat en de persoon die het hoger beroep heeft ingediend, zijn gehoord of hiervoor op een correcte wijze zijn opgeroepen.

2. Op de behandeling in het hoger beroep zijn de artikelen 46ba, 46e, 47a, 48 tot en met 48f en 49 van overeenkomstige toepassing.

Dit houdt in dat bij de behandeling van de zaak in hoger beroep, de bepalingen van de artikelen 46ba, 46e, 47a, 48 tot en met 48f, en 49 op eenzelfde wijze van toepassing zijn.

3. Het hof van discipline kan de deken en de deken van de algemene raad, voor zover deze klager zijn of het hoger beroep hebben ingesteld, de vooronderzoeker als bedoeld in artikel 46l, alsmede de raad van discipline die de beslissing heeft genomen waartegen het hoger beroep zich richt, uitnodigen nadere inlichtingen te verschaffen.

Dit betekent dat het hof van discipline de bevoegdheid heeft om de deken en de deken van de algemene raad (indien zij de klager zijn of het hoger beroep hebben ingesteld), de vooronderzoeker zoals omschreven in artikel 46l, en de raad van discipline die de oorspronkelijke beslissing heeft genomen waartegen het hoger beroep is gericht, te verzoeken om aanvullende informatie te verstrekken.

4. Het hof van discipline onderzoekt op grondslag van de beslissing van de raad van discipline. Het hof kan mede oordelen over feiten die de raad van discipline niet voor een maatregel vatbaar heeft geacht, en kan door de raad van discipline onbewezen geachte feiten onderzoeken.

Dit houdt in dat het hof van discipline zijn onderzoek baseert op de beslissing van de raad van discipline. Het hof heeft ook de bevoegdheid om te oordelen over feiten die door de raad van discipline niet als reden voor een maatregel zijn beschouwd, en het kan feiten onderzoeken die de raad van discipline als niet bewezen heeft aangemerkt.