Advocatenwet

De griffier van de raad van discipline zendt van de beslissingen van de raad bij aangetekende brief onverwijld afschrift:

Dit betekent letterlijk dat de griffier (administratief medewerker) van de raad van discipline (het tuchtcollege) zonder uitstel (onverwijld) per aangetekende brief een kopie (afschrift) moet sturen van de beslissingen die de raad heeft genomen. Aan wie deze afschriften gezonden moeten worden, wordt hierna gespecificeerd:

a. aan de betrokken advocaat;

Dit betekent dat een afschrift wordt gezonden aan de advocaat over wie de beslissing gaat.

b. aan de klager;

Dit betekent dat een afschrift wordt gezonden aan de persoon of instantie die de klacht heeft ingediend.

c. aan de deken van de algemene raad;

Dit betekent dat een afschrift wordt gezonden aan de deken (voorzitter) van de algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten.

d. aan de secretaris van de algemene raad;

Dit betekent dat een afschrift wordt gezonden aan de secretaris van de algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten.

e. aan de deken van de orde waartoe de betrokken advocaat behoort;

Dit betekent dat een afschrift wordt gezonden aan de deken (voorzitter) van de lokale orde van advocaten waarbij de betreffende advocaat is aangesloten.

f. aan het college van toezicht;

Dit betekent dat een afschrift wordt gezonden aan het college dat toezicht houdt op de advocatuur.

g. indien de beslissing werd gegeven krachtens een verwijzing als bedoeld in artikel 46aa, derde lid, of een aanwijzing als bedoeld in artikel 46aa, vijfde lid, aan de raad van discipline der orde waarvan de betrokken advocaat deel uitmaakt;

Dit betekent dat, als de beslissing is genomen op basis van een verwijzing zoals omschreven in artikel 46aa, derde lid, of een aanwijzing zoals omschreven in artikel 46aa, vijfde lid, er ook een afschrift wordt gezonden aan de raad van discipline van de orde waar de betreffende advocaat lid van is.

h. indien de betrokken advocaat is ingeschreven bij de raad voor rechtsbijstand en aan hem een maatregel als bedoeld in artikel 48, tweede lid, is opgelegd en de beslissing waarbij de maatregel is opgelegd in kracht van gewijsde is gegaan dan wel de raad van discipline toezending nodig acht: aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand.

Dit betekent dat, als de betreffende advocaat geregistreerd staat bij de raad voor rechtsbijstand én er een maatregel tegen hem is opgelegd zoals beschreven in artikel 48, tweede lid, én deze beslissing definitief is geworden (in kracht van gewijsde is gegaan) óf als de raad van discipline het noodzakelijk vindt om een afschrift te sturen, er een afschrift wordt gezonden aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand.