Terug naar bibliotheek
§ 1. Van de inschrijving en de beëdiging van de advocaten; van het tableau
Artikel 1

Artikel 1 (Onvoorwaardelijke en voorwaardelijke inschrijving advocaten tableau)

Laatste versie

1. De advocaten worden ingeschreven op het tableau van de Nederlandse orde van advocaten.

2. De inschrijving als advocaat geschiedt onvoorwaardelijk.

3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geschiedt de inschrijving voorwaardelijk indien de verzoeker niet in het bezit is van een verklaring als bedoeld in artikel 9b, vijfde lid, of niet beschikt over een ten aanzien van het beroep van advocaat afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties of over een document als bedoeld in artikel 2a, eerste lid. Wordt een verklaring of erkenning als bedoeld in de eerste volzin nadien alsnog overlegd, dan wordt van rechtswege het voorwaardelijk karakter aan de inschrijving ontnomen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De advocaten worden ingeschreven op het tableau van de Nederlandse orde van advocaten.

Dit lid stelt dat advocaten worden geregistreerd (ingeschreven) op de officiële lijst, het tableau genaamd, die wordt bijgehouden door de Nederlandse orde van advocaten.

2. De inschrijving als advocaat geschiedt onvoorwaardelijk.

Dit lid bepaalt dat de registratie (de inschrijving) als advocaat in beginsel onvoorwaardelijk geschiedt.

3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geschiedt de inschrijving voorwaardelijk indien de verzoeker niet in het bezit is van een verklaring als bedoeld in artikel 9b, vijfde lid, of niet beschikt over een ten aanzien van het beroep van advocaat afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties of over een document als bedoeld in artikel 2a, eerste lid. Wordt een verklaring of erkenning als bedoeld in de eerste volzin nadien alsnog overlegd, dan wordt van rechtswege het voorwaardelijk karakter aan de inschrijving ontnomen.

Dit lid maakt een uitzondering (in afwijking van) op wat in het tweede lid is bepaalde. Het stelt dat de inschrijving voorwaardelijk geschiedt indien de aanvrager (de verzoeker) óf niet in het bezit is van een verklaring als bedoeld in artikel 9b, vijfde lid, óf niet beschikt over een ten aanzien van het beroep van advocaat afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, óf niet beschikt over een document als bedoeld in artikel 2a, eerste lid. Indien een dergelijke verklaring of erkenning, zoals genoemd in de eerste volzin, op een later tijdstip (nadien) alsnog wordt overlegd, dan wordt van rechtswege (automatisch volgens de wet) het voorwaardelijk karakter aan de inschrijving ontnomen, waardoor de inschrijving onvoorwaardelijk wordt.